Het Commissariaat voor de Media trok vorige maand de uitzendlicentie in, nog voordat de nieuwe omroep was begonnen met uitzenden. De stichting spande daarop een kort geding aan tegen de omroepautoriteit.

Volgens de voorzieningenrechter is het terecht dat het Commissariaat de zendmachtiging introk nadat er een breuk was ontstaan tussen de initiatiefnemers. Interne onenigheid leidde ertoe dat de islamitische organisatie Academica Islamica zich terugtrok. Hierdoor was de MON in de ogen van het Commissariaat niet meer meer representatief en onderscheidend genoeg.

Zo zou de MON na de breuk minder jongeren bereiken dan hij beloofde, iets wat de MON tijdens de zitting vorige week vrijdag overigens tegensprak.

Uit de uitspraak blijkt dat de rechter vertrouwen heeft in het Commissariaat bij het toetsen van de representativiteit van nieuwe omroepen. De rechter ziet geen aanleiding het beleid van het Commissariaat te doorkruisen.

Tevens vindt de rechter dat moslims voorlopig ook zonder speciale omroep aan hun trekken komen op de Nederlandse publieke tv- en radiozenders. Omdat andere zendgemachtigden de zendtijd overnemen, blijft de doelgroep niet verstoken van programma’s die op hen zijn toegesneden.