Val orthodox Rome kwestie van tijd
Titel:
”De Katholieke Kerk. Een geschiedenis”
Auteur: Hans Küng
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2003
ISBN 90 234 1036 x
Pagina’s: 240
Prijs: € 19,50. Het primaat van de paus zal eindelijk openlijk tot voorwerp van discussie moeten worden. De Rooms-Katholieke Kerk redt het niet in haar weg van restauratie. Zoals de ineenstorting van het Sovjetimperium plotseling kwam, zo is dat ook in de kerk van Rome een kwestie van tijd. Dat stelt prof. Hans Küng in zijn boek ”De Katholieke Kerk. Een geschiedenis”.
Küngs leeropdracht werd hem in 1979 door de paus ontnomen, nadat hij diens onfeilbaarheid ter discussie had gesteld. Wel mocht hij het Instituut voor Oecumenisch Onderzoek in Tübingen houden, dat van de rooms-katholieke faculteit werd losgemaakt.
Küng heeft zich de afgelopen decennia laten kennen als een progressief theoloog, strijdend voor gelijke rechten voor man en vrouw en continu in verzet tegen de zijns inziens rigide standpunten van de Rooms-Katholieke Kerk inzake abortus, homoseksualiteit en euthanasie.
Die kerk is volgens Küng een wereldwijd zeer krachtige kerk met veel invloed, maar evenzeer met tekenen van zwakte. „De katholieke kerk is een wereldwijde, efficiënte organisatie die qua machtsuitoefening en kapitaalbeheer met zeer wereldse middelen opereert. Achter de indrukwekkende statistieken, de grootscheepse manifestaties en plechtige liturgieën van de katholieke missen schuilt maar al te vaak een oppervlakkig en traditioneel christendom zonder veel substantie. De gedisciplineerde hiërarchie bestaat voor een groot deel uit gezagstrouwe functionarissen die, steeds met één oog op Rome gericht, de dienst uitmaken, slaafs naar ’boven’, autoritair en arrogant naar ’beneden’. Achter het gesloten dogmatische leersysteem verbergt zich een inhoudelijk al lang achterhaalde, autoritaire, onbijbelse scholastische theologie.”
Oergemeente
Küng legt de nadruk op de kerk als basisgemeenschap van gewone gelovigen. De oergemeente zonder ambten uit de eerste christenheid geniet duidelijk zijn voorkeur. Ondertussen moet hij niet veel hebben van allerlei dogmatische beslissingen rond de Persoon en de tweenaturenleer van Christus. Door de hellenisering drong een „nieuwe logos-christologie” de historische Jezus steeds meer terug ten gunste van een geloofsleer die uiteindelijk uitmondde in het kerkelijk dogma van de mensgeworden God.
De auteur verwerpt de gedachte dat Jezus als de Zoon op eenzelfde niveau staat als de Vader. Het dogma van de drie-eenheid in de klassieke christologische zin van het woord staat bij hem onder druk. Küng laat blijken dat hij niets moet hebben van wat hij noemt ”confessionalisme”. Hij staat negatief ten opzichte van „de wrede leer van een dubbele predestinatie”, zoals die volgens hem bij Augustinus (en Calvijn) gevonden wordt.
De kracht van zijn boek is dat Küng pleit voor terugkeer van de Rooms-Katholieke Kerk naar het Evangelie. Petrus is in de oerkerk in de verste verte geen geestelijke monarch geweest, laat staan een alleenheerser.
Op scherpe wijze legt Küng de ontwikkeling van allerlei leerstellingen over de macht van de paus bloot die het gevolg zijn van bewuste vervalsingen van documenten. De bisschop van Rome eiste steeds meer macht op. Dit proces resulteerde in de negentiende eeuw in een paus die ”ex cathedra” onfeilbare uitspraken kan doen.
De kerk ontwikkelde zich van christelijk, katholiek, naar Romeins, waarbij zij geregeerd wordt door de Romeinse jurisdictie. De kerk is geworden -of liever gezegd: verworden- tot een soort bovennatuurlijk Romeins rijk, met aan het hoofd de paus als absolute alleenheerser, en daaronder het ’onderdanenvolk’ van de gelovigen.
Luther
Küng betreurt het dat Rome in de zestiende eeuw aan Luthers eis tot terugkeer tot het Evangelie geen gehoor heeft gegeven. Had het Vaticaan de „tekenen des tijds” herkend, dan had het ter elfder ure tot een ommekeer besloten en zich op het Evangelie van Jezus Christus bezonnen. Luther had volgens Küng als geen ander in de 1500 jaar kerkgeschiedenis vóór hem een directe toegang tot de bijna niet meer echt begrepen rechtvaardigingsleer van Paulus gevonden. Rome kon de reformator nog wel excommuniceren, maar de radicale vernieuwing van het kerkelijke leven niet tegenhouden.
Positief is Küng over het Tweede Vaticaans Concilie (1963-1965). Zeer slecht is hij echter te spreken over de gevolgen van de vernieuwing die door de curie op alle mogelijke manieren werd tegengehouden. De kerk is weer terug bij af. Restauratie en verraad aan het concilie zijn de sleutelwoorden van Küng over het naconciliaire tijdperk.
De door de huidige paus bepleite „herevangelisering” betekent volgens Küng een „her-katholisering” en het breedsprakig oecumenisme van de paus heeft een ondertoon van terugkeer naar de Rooms-Katholieke Kerk.
Wat is het gevolg? Dat pastoors en kerkleden gewoon doen wat officieel door het Vaticaan verboden is! Küngs kritiek: „Meer dan ooit is het de wereldwijde strategie van het Vaticaan het open episcopaat uit de tijd van het concilie geleidelijk te vervangen door bisschoppen die doctrinair rechtzinnig zijn. Zij worden even grondig op volledige orthodoxie getest en daarop opnieuw beëdigd als vroeger hoge functionarissen in de machtssfeer van het Kremlin.”
„Katholieke Gorbatsjow”
Toch heeft Küng hoop dat er onder de kardinalen een „katholieke Gorbatsjow” schuilgaat. De kerk heeft inmiddels zo weinig te vertellen aan het grondvlak -de kritiek roert zich steeds meer- dat er wel een kentering móét komen. Küng hoopt op een nieuwe Johannes XXIV die een Vaticanum III, een oecumenisch concilie, zal bijeenroepen. Maar de verandering komt er zeker, zo denkt hij, zoals bleek uit de snelle verandering van Pius XII naar Johannes XXIII en de plotselinge val van het Sovjetregime. „Het is inderdaad slechts een kwestie van tijd.”
Het boek geeft in meer dan 200 bladzijden een overzicht van de christelijke kerk, en is dus breder dan een geschiedenis van de Rooms-Katholieke Kerk, zoals de titel suggereert. Ik heb het met gemengde gevoelens gelezen. De manier waarop Küng het roomse systeem van binnenuit kritiseert vanwege zijn onbijbelse en niet-evangelische karakter is imponerend. Tegelijkertijd is zijn houding niet alleen oecumenisch, maar ook vrijzinnig. Vanuit vrijzinnigheid is er geen heil te verwachten van de reformatie van Rome.
Küngs boek leert ons dat de kerk van Rome corrupt is geworden door macht, hiërarchie en verdringing van de basiswaarden van het Evangelie. De oorspronkelijke schriftwoorden blijven altijd een heilzaam medicijn tegen de verwording van de kerk, ook die van Rome.