Speech Wilders: sisser of vlam in de pan
DEN HAAG – „Belangrijke speech, niemand houdt me tegen. Geen moskee op Ground Zero!” twitterde PVV-leider Wilders vorige maand. Welke gevolgen kan de toespraak van de parlementariër voor Nederland hebben?
Tussen de formatiegesprekken door is Wilders naar New York gereisd om er zaterdag, precies negen jaar na de terroristische aanslag op het Word Trade Center, een protesttoespraak te houden tegen de bouw van een islamitisch centrum in de omgeving van de rampplek. Ze moeten „op Buitenlandse Zaken maar uitzoeken wat ze allemaal tegen hun diplomaten zeggen”, zei hij vorige maand. „Ik bepaal zelf wat ik doe en wat ik inbreng. En iedereen weet wat de rol van de PVV is.”
Wilders spreekt tijdens een demonstratie van de beweging Stop Islamization Of America op de locatie van de gevallen torens. In het vijftien verdiepingen tellende islamitisch centrum op het eiland Manhattan wordt onder meer een moskee gevestigd. De demonstranten vinden dat ongepast in een omgeving waar bijna 3000 mensen omkwamen door een aanslag van moslimterroristen.
CDA-senator Hillen noemde het bezoek van Wilders „riskant voor Nederland.” Ook oud-minister van Buitenlandse Zaken en voormalig NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer (CDA) waarschuwde voor de schade die Wilders’ optreden kan aanrichten.
„Pittige uitspraken over de islam zullen niet bijdragen aan een goed handelsklimaat, maar de gevolgen zijn moeilijk in te schatten”, zegt algemeen directeur G. Vaandrager van het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering in Den Haag. „Het hangt heel sterk af van wat Wilders gaat zeggen. Hij is parlementariër en geen bewindspersoon, maar of die nuance in het buitenland ook wordt gezien, hangt sterk af van hoe politiek en pers er daar mee omgaan. Als men hem afschildert als een vooraanstaand politiek leider zal dat niet bijdragen aan positieve beeldvorming van ons land.”
Vaandragers centrum bereidde zich daarop voor. „We zetten voor onze leden argumenten op een rij die ze kunnen gebruiken als ze kritische vragen van buitenlandse handelspartners krijgen. Daarbij willen we vermijden dat we het probleem bij voorbaat al groter maken dan het is. De gevolgen van Wilders’ film ”Fitna” vielen mee, maar dat kwam ook door de wijze waarop we er in Nederland mee omgingen. En ik kan me voorstellen dat er achter de schermen diplomatieke activiteiten zijn geweest om het effect te dempen.”
In de media wordt de vergelijking gemaakt met Oostenrijk en Denemarken. Toen in Oostenrijk in februari 2000 de extreem rechtse FPÖ-politicus Jörg Haider aan de macht kwam, leidde dat tot felle internationale kritiek en diplomatieke sancties, maar de handelsrelaties werden er niet negatief door beïnvloed. Hetzelfde gold voor Denemarken na de publicatie van de Mohammedcartoons in een Deense krant in 2005. Hoewel verschillende islamitische landen opriepen tot een boycot van Deense producten, steeg de totale in- en uitvoer van Denemarken licht.
Vaandrager wijst erop dat Nederland grotere risico’s loopt dan Denemarken en Oostenrijk. „Hun buitenlandse belangen zijn veel geringer dan die van ons land. Nederland is voor 70 à 80 procent van zijn nationaal inkomen afhankelijk van het buitenland. De effecten van weerstand vanuit islamlanden kunnen groot zijn. Daarbij praten we niet alleen over het Midden-Oosten, maar ook over Zuidoost-Azië.”
„De reputatie van een land verandert niet zo snel”, zegt prof. dr. J. Melissen van het Nederlands instituut voor internationale betrekkingen Clingendael. „En goede Nederlandse producten blijft men echt wel kopen.”
Hoe de islamitische wereld op Wilders –„hij is daar de bekendste Nederlandse politicus”– zal reageren, is moeilijk in te schatten, zegt Melissen. „Er zou een zekere Wildersmoeheid kunnen ontstaan: Daar heb je die man weer. Of misschien wordt de huid van moslims voor gebeurtenissen in het Westen wat dikker.
Anderzijds is de situatie toch wel anders nu Wilders mogelijk gedoogsteun aan een kabinet gaat geven. Daarmee wordt het lastiger om het regeringsstandpunt en Wilders’ uitspraken uit elkaar te houden. Zeker in niet-democratische landen, zoals in het Midden-Oosten, waar volop samenzweringstheorieën de ronde doen, is het heel moeilijk een genuanceerd beeld van de Nederlandse situatie te schetsen. Verontwaardiging kan zich via internet razendsnel verspreiden.”
De Nederlandse ambassades zijn daarop ongetwijfeld voorbereid, zegt Melissen. „Na de film ”Fitna” viel de commotie mee, mede doordat de ambassades goed geïnstrueerd waren, zodat ze één geluid lieten horen en gebruikmaakten van hun lokale netwerk om dat geluid te verspreiden. Dat zal ook nu gebeurd zijn. Maar of de vlam in de pan zal slaan of dat het met een sisser afloopt, is echt nog koffiedik kijken.”