Dat heeft districtsrechter Virginia Phillips van de rechtbank in Riverside, Californië, vrijdag (lokale tijd) bepaald in een procedure die was aangespannen door een belangenorganisatie die 19.000 homoseksuele militairen en oud-militairen vertegenwoordigt. Volgens Philips is het zogenoemde ‘Don’t Ask, Don’t Tell’-beleid, dat in 1993 onder de toenmalige president Bill Clinton werd ingevoerd, in strijd met de vrijheid van meningsuiting en het recht in algemene zin.

Sinds het besluit van de regering-Clinton mogen rekruten niet meer naar hun geaardheid worden gevraagd. Aan de andere kant kunnen homoseksuelen op straffe van ontslag en mogelijke strafrechtelijke vervolging nog altijd niet openlijk voor hun homoseksualiteit uitkomen. Sinds 1994 zijn meer dan 13.500 mensen om die reden ontslagen uit het leger.

Advocaten van de Amerikaanse regering stellen dat de rechter haar boekje te buiten is gegaan. Philips zou niet de autoriteit hebben om landelijk beleid te wijzigen. Het is volgens de advocaten aan het parlement en de regering om dat te doen.

Het Huis van Afgevaardigden stemde in mei voor het afschaffen van ‘Don’t ask, Don’t tell’. De Senaat moet nog een besluit nemen.

Uit een recente peiling bleek dat 78 procent van de Amerikanen vindt dat homoseksuelen openlijk in het leger moeten mogen dienen. President Barack Obama is het met hen eens, maar hij wil niet te ver voor de troepen uitlopen. Het staatshoofd gaf al vaker aan dat hij rekening wil houden met gevoeligheden die leven binnen het leger, het parlement en de samenleving.