Pionieren in Bethlehem
Ds. Danny Awad maakte moeilijke tijden door. Toch peinst hij er niet over om Bethlehem te verlaten. „De stad zit in mijn bloed. Ik liet veel kansen voorbijgaan om naar het buitenland te vertrekken en daar de kerken te dienen, zoals in Amerika en in de golfstaten. Daar was een goed leven aan verbonden. Ik heb gebeden en ik voelde dat God wilde dat ik hier bleef.”
Hij wijst erop dat Jezus Zijn discipelen leerde dat zij het zout der aarde zijn. „Veel van mijn niet-christelijke vrienden zeiden dat ik gek was toen ze hoorden over de kansen die ik kreeg. Ik antwoordde dat de Heere mij hier wil hebben. Als wij, leiders, het land willen verlaten, wie wil er dan nog blijven? We geven dan geen goed voorbeeld. Tachtig jaar geleden was de meerderheid hier christen. Nu misschien 35 procent. Elke dag emigreren er christenen.”
Awad werd in 1972 geboren in de Verenigde Arabische Emiraten, waar zijn vader in de zending werkte. Deze verrichtte medisch werk en plantte kerken in islamitische gebieden. Toen Awad twee jaar oud was, keerde het gezin terug naar Bethlehem.
Later voelde Awad dat God hem tot het ambt van voorganger riep. Tien jaar geleden haalde hij in de Filipijnen een mastertitel. Hij ontmoette daar ook zijn vrouw. „Twee vliegen in één klap”, zegt hij.
Nu is hij assistent-voorganger van de Baraka Presbyteriaanse Kerk in Bethlehem. De kerk bevindt zich aan de oude weg van Jeruzalem naar Hebron, op de grens tussen Bethlehem en Beit Jalla, op enkele minuten rijden van de muur die Bethlehem van Jeruzalem scheidt. Zijn huis staat op het terrein van de kerk.
De kerk dateert uit 1951. De presbyterianen openden tien jaar geleden een tweede kerkgebouw in het Herdersveld in Beit Sahour. Volgens de traditie verschenen daar tijdens de geboortenacht de engelen aan de herders.
De gemeente houdt iedere zondag in beide kerkgebouwen twee diensten. Verder zijn er doordeweekse Bijbelstudie-, gebeds- en jongerenbijeenkomsten.
Awad is dankbaar dat zijn vrouw bereid is in Bethlehem te wonen. Voor de kerkleden is het soms moeilijk in de geboortestad van Jezus Christus te leven, zeker als ze net terugkeren van vakantie in het buitenland. „Ze zien daar de vrijheid en het prettige bestaan. Daar is geen militaire omsingeling. De mensen zijn welvarend en ze krijgen veel mogelijkheden. Als ze hier dan terugkomen, slaat de ontmoediging toe. Maar wij letten daar niet op. We willen de Heere dienen en een goed voorbeeld geven aan onze jonge mensen. We bieden hun een boodschap van hoop en vertellen over de liefde van Christus.”
De hoge werkloosheid in Bethlehem en omgeving heeft volgens een brochure van de Barakakerk geleid tot „wanhoop, hopeloosheid en gebrek aan productiviteit.” Om te zorgen dat christenen, met name de jongeren, in het land van de Bijbel blijven, moet er werkgelegenheid worden gecreëerd. Soms helpt de kerk bij het betalen van rekeningen. Maar ds. Awad beseft dat hij daarmee niemand in het land houdt.
„Ik zie dat onze jongeren geen werk kunnen vinden als ze de universiteit hebben afgerond. Ze blijven een jaar, twee jaar misschien. Als ze me vertellen: „Dominee, ik wil het land uit”, dan breekt mijn hart. Maar wat kan ik doen? In mijn kerk zijn we al vele jongeren kwijtgeraakt. Zij waren soms jeugdleiders, de toekomstige leiders van de kerk. Een belangrijke manier om emigratie te voorkomen, vooral onder jongeren, is ervoor te zorgen dat ze banen hebben.
We baden tot God en vroegen nederig om een oplossing. Toen kregen we een gebouw van een Britse organisatie in het Herdersveld in Beit Sahour op het oog. Die kon het ook aan een moslimorganisatie verkopen, maar dat accepteerden wij niet. Nog even en de moslims wonen overal in Bethlehem. We gaven aan het gebouw te willen kopen. De vraagprijs was 200.000 dollar (ongeveer 155.000 euro, AM), terwijl we slechts 5000 dollar hadden. We deden een aanbetaling en startten een speciaal programma om elke acht maanden 50.000 dollar te betalen. Ze accepteerden dat. In het gebouw zetten we het Baraka Educatief Centrum op.”
Het centrum biedt onder meer een dagverblijf voor kleine kinderen, een programma voor jongeren na schooltijd, taal- en computercursussen en een opleiding voor secretaresse. Het centrum moet de jongeren betere kansen bieden in de Palestijnse samenleving.
Jonge mensen kunnen vaak niet trouwen omdat het heel moeilijk is om een huis te kopen. Een van de deelnemers van een bijeenkomst voor pasgetrouwde echtparen opperde een flat te bouwen voor christenen. De woningen zouden dan op langere termijn afbetaald kunnen worden. Maar het blijft voorlopig slechts een plan. Moslims kunnen volgens Awad renteloze leningen krijgen bij de Saudische islamitische bank, maar christenen moeten bij banken rentes tot soms wel 40 procent betalen. Een driekamerappartement kost in Bethlehem tussen de 55.000 en de 75.000 euro. In Amerika of West-Europa is dat niet veel, maar in Israël zijn de lonen beduidend lager.
Awad heeft serieuze plannen om op het terrein van de kerk een christelijk conferentieoord op te zetten. Daar kunnen gemeenten kampen en conferenties houden. Ook kunnen er pelgrims en studenten uit het buitenland terecht. In totaal moet het centrum plaats gaan bieden aan honderd personen. Om de kosten te drukken, zal het oord kleine kamers krijgen. De huidige kerk gaat als ontmoetingshal dienen. Awad wil daarvoor in de plaats een nieuwe kerk bouwen. Ook krijgt het centrum een gebouw met meerdere voorzieningen. „We kunnen mensen van onze en andere kerken werk bieden in bijvoorbeeld de keuken en de schoonmaak. We hebben het idee en het plan al, nu bidden we nog voor het geld.”
Hulp van de Presbyteriaanse Kerk in de Verenigde Staten krijgt Awad niet, maar hij heeft wel contacten met personen uit verschillende kerken die willen helpen. De voorganger is van plan in november naar de VS te gaan om in kerken te spreken en daarmee fondsen en vrijwilligers te werven. Volgend jaar hoopt hij Nederlandse kerken te bezoeken. „Nederlanders zijn vaak verbaasd in Bethlehem een gereformeerde kerk aan te treffen. Dat is een van de belangrijkste redenen om naar Nederland te gaan.”
Hoe groot is uw kerk?
„Onze kerk telt zestig leden, inclusief kinderen. Tot de tweede intifada in 2000-2005 waren bijna 180 mensen lid van onze kerk. Velen trokken echter naar de Verenigde Staten, onder wie een van onze ouderlingen. Ze bleven wel lid. En sommigen betalen –ook al wonen ze in het buitenland– trouw hun contributie. De dienst op zondagmorgen wordt door 55 tot 100 mensen bezocht. Er komen ook buitenlanders naar de kerk. De taal is Arabisch, maar we hebben liedboeken waaruit ze in het Engels kunnen meezingen. Ook is er een vertaalsysteem beschikbaar.”
Kunt u vrij naar Israël reizen?
„Daar moet ik een speciaal visum voor aanvragen. Ik heb geen Amerikaans of Filipijns paspoort. Mijn vrouw en kinderen kunnen wel gaan; ik krijg alleen met Pasen of Kerst toestemming.”
Uw kerk is klein; toch telt ze twee voorgangers.
„Het onderhouden van twee voorgangers is een van onze grootste uitdagingen. Mijn vader werkte als verpleegkundige in het ziekenhuis. Hij is nu bijna zeventig, maar we hebben hem gevraagd zich alleen nog maar op de kerk te richten.”