Moeizame formatie slecht voor huizenmarkt
UTRECHT (ANP) – Wie een nieuw huis wil kopen, kan nu zijn slag slaan. De rente is laag, de prijzen zijn scherp en de keus is groot. De prijzen van nieuwbouwhuizen zijn de laatste paar jaar veel sterker gedaald dan die van bestaande huizen. Maar voor de bouwbedrijven zijn het sombere tijden.
De verkoop van nieuwbouwwoningen is na een licht herstel in de eerste helft van dit jaar de laatste paar maanden sterk gedaald. In augustus werden maar 1300 nieuwe woningen verkocht en daarmee is de verkoop bijna terug op het niveau van het begin van de crisis, zo maakte de NVB, de vereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers, woensdag bekend.
NVB-directeur Nico Rietdijk wijt de jongste terugval aan de voortdurende onzekerheid over de aftrek van de hypotheekrente en de gevolgen van de aangekondigde miljardenbezuinigingen. Ook de moeizame kabinetsformatie doet de sector geen goed.
„De woningmarkt is een vertrouwensmarkt”, aldus Rietdijk. Hij dringt aan op een snelle formatie en duidelijkheid over de hypotheekrente. Dat brengt de broodnodige rust in de markt. Het liefst ziet hij dat zeker vijf jaar niet wordt getornd aan de renteaftrek.
Rietdijk maakt zich ernstig zorgen. „We staan aan de vooravond van een enorme dip. De klap op de (bouw)steiger is nog maar net begonnen”. Hij voorziet voor 2011 een omzetdaling van 60 procent in de nieuwbouwmarkt voor woningen. De woningproductie zakt volgens de NVB in 2011 terug tot 43.000, terwijl er in 2009 ondanks de crisis nog 83.000 gereedkwamen.
„Onze grootste zorg is de kostprijs”, aldus Rietdijk, want die is te hoog ten opzichte van wat de markt wil betalen. De verkoopprijs van een modale koopwoning ligt onder de kostprijs. Veel ontwikkelaars beseffen dat zij om te overleven water bij de wijn moeten doen en accepteren daardoor vaker de lagere prijs, ook al leidt dat soms tot forse verliezen en afboekingen.
Door de crisis zijn de woningbouwers meer kleinere en goedkopere woningen gaan bouwen. Nu ligt de prijs gemiddeld op 240.000 euro, terwijl die in het voorjaar van 2008 op 294.000 euro lag. De gemiddelde prijs van een nieuwbouwwoning is daarmee gedaald naar het niveau van 2002.
Het steekt de NVB dat de grondprijzen die gemeenten in rekening brengen, nog steeds op het niveau van 2008 liggen. „Dat is veel te hoog”, vindt de vereniging. De grondprijzen vormen een steeds groter deel van de totale kosten. In 1976 was voor een modale woning de grondprijs nog 15 procent van de totale kosten, inmiddels is dat opgelopen naar 34 procent.
Bouwers voeren in gemeenten dan ook „heftige discussies” over die prijs. Maar omdat de wethouders de –hoge– opbrengst al hadden ingecalculeerd en er verkiezingsbeloften mee willen inlossen, zijn zij niet snel bereid een stap terug te doen, aldus Rietdijk. Hij denkt dat gemeenten zich daarmee in de vingers snijden.
Ook de keus van veelal grotere gemeenten grote, complexe projecten neer te zetten, vormt een punt van geschil. „Zij gijzelen daarmee ontwikkelaars bijna”, aldus de NVB. Want het overeind houden van die paradepaardjes gaat ten koste van kleinere projecten die beter te hanteren zijn.