Opinie

De Cock

In zijn column in RD 2-9 geeft Lenard Prins aan „het sterk van Baantjer te vinden dat hij kans zag de misdaad te veroordelen, maar de misdadiger niet.” Dat dit inderdaad moeilijk is, laat Prins direct zien als hij niet alleen „een vreselijke daad” van twee Rotterdamse dienders veroordeelt, maar hen vervolgens afschildert als „mensen met een weeffout in hun hersenen met het gedrag van bruinhemden.” Onlangs hoorde ik als politieman in Rotterdam een anekdote over een chauffeur van een arrestantenbus. Hij reed mensen met ”weeffouten” van de rechtbank naar het huis van bewaring. Onderweg moest hij regelmatig huilen van verwondering dat God hem had bewaard dat hij niet achterin zat, maar achter het stuur. Ik lees in de bijbel ook over een executie. Geen schijn, maar echt! In 2 Sam.11: 17. Een weeffout? Nee, door de man naar Gods hart. Onthutsend.

7 September 2010 08:51Gewijzigd op 14 November 2020 11:41

Louis Heijkamp
Forel 79 
2986 RA Ridderkerk


Pakistan

Christenen in Pakistan worden wel degelijk gediscrimineerd, in tegenstelling tot wat minister voor Minderheden Shahbaz Bhatti beweert (RD 28-8). Ze leven vaak geïsoleerd van de moslimmeerderheid, krijgen vooral de slechtbetaalde banen en staan voortdurend onder dreiging van de wetten tegen godslastering. Een andere bewering van Bhatti is wel terecht. Veel van het christelijke onderwijs is te duur voor de hoofdzakelijk arme christenen in Pakistan. De arme christenen hebben geen gezicht, zijn moeilijk te mobiliseren en zijn daarom oninteressant voor veel lobbyorganisaties die zich inzetten voor minderheden in Pakistan. Christenen en de kerken, zowel in als buiten Pakistan, zouden het belang moeten inzien van ondersteuning van deze arme minderheidsgroepen. De omgang met minderheden is een graadmeter voor de mate van ontwikkeling van een democratie. Christenen en andere minderheden in Pakistan zijn daarom van vitaal belang voor de toekomst van Pakistan.

Jan Dirk Schouten
Stichting Diwa
Grondherendijk 35b
3082 DE Rotterdam


Formatie (V)

Dat CDA-medeonderhandelaar Ab Klink een brief geschreven heeft, is hem niet door eenieder in dank afgenomen. Als onderhandelaar moet hij geproefd hebben hoe Wilders werkelijk is. Alles nog eens overwegende is hij tot de slotsom gekomen dat zo in zee gaan met Wilders onbegonnen werk is. Dan zijn het de woorden uit Micha 6:8 die Klink terzijde staan: „Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is; en wat eist de Heere van u, dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God?” Nu Wilders er de brui aan gegeven heeft, is hij min of meer in zijn eigen zwaard gevallen. Hij koos, in tegenstelling tot Klink, de weg van de minste weerstand en gaat weer terug in zijn oppositiehok, om daar zich te gaan bezinnen of verbijten op wat zo’n mooie droom leek. Maar de woorden van Micha 6:8 mogen voor Wilders ook als geloofsmuziek in de oren klinken. Wie weet wat ze ooit nog bij hem kunnen teweegbrengen.

Frank Steenks
Zuideindseweg 102
2645 BJ Delfgauw

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer