Metaal liep voorop bij deeltijd-WW
DEN HAAG – De metaalbranche heeft veruit het meest gebruikgemaakt van de deeltijd-WW. Tussen april 2009 en april 2010 ontvingen 69.000 werknemers deeltijd-WW. Van hen werkten er 30.000 in de metaalbranche, 43 procent van het totaal.
Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag heeft gepubliceerd. Andere bedrijfstakken die relatief veel gebruik hebben gemaakt van de regeling voor deeltijd-WW, zijn de groot- en detailhandel en de zakelijke dienstverlening. Beide hadden een aandeel van 12 procent op het totaal.
Slechts een op de zes ontvangers van deeltijd-WW was vrouw. Dat komt doordat mannen de metaalsector domineren: van de werknemers in de metaal is slechts 8 procent vrouw.
Tussen april 2009 en april 2010 deden 6700 bedrijven een beroep op de deeltijd-WW. De zakelijke dienstverlening was hier met bijna 1600 bedrijven koploper. Deze bedrijven stuurden gemiddeld elf mensen met deeltijd-WW. In de metaal maakten iets minder bedrijven gebruik van deeltijd-WW, maar zij vroegen deze uitkering gemiddeld voor 26 werknemers aan.
De meeste werknemers met deeltijd-WW komen uit Noord-Brabant en Gelderland.
De regeling werd ruim een jaar geleden ingevoerd voor bedrijven die wegens de economische crisis hun personeel tijdelijk minder willen laten werken maar niet willen ontslaan, omdat ze verwachten hen bij economisch herstel weer nodig te hebben.
Het CBS presenteerde vanmorgen verder een bericht over sociaaleconomische trends in het derde kwartaal. Werk en taal spelen een belangrijke rol voor niet-westerse allochtonen bij het zich Nederlander voelen, zo bleek daaruit. Dat geldt vooral voor Turken, Marokkanen en Antillianen. Surinamers maakt het niet uit, aldus het CBS.
Taal is nog belangrijker. Als iemand de Nederlandse taal beheerst, blijkt het voor de identificatie met Nederland geen verschil te maken of hij of zij werk heeft.