Uit de cijfers van Scholten blijkt dat de containeroverslag in 2001 is teruggelopen van 6,3 miljoen teu (eenheidsmaat voor containers, overeenkomend met een 20-voetscontainer) in 2000 naar 6,1 miljoen in 2001. De containeroverslag is een belangrijke graadmeter voor de mondiale economische ontwikkeling.

In Rotterdam is het afgelopen jaar verder in totaal 315,5 miljoen ton goederen overgeslagen. Dit betekent een daling van de overslag met 2,2 procent ten opzichte van het recordjaar 2000. „De redelijk stabiele overslag, de hoge investeringen, de belangrijke beslissingen rond ECT en de tweede Maasvlakte maken 2001 toch tot een goed jaar voor de Rotterdamse haven”, aldus Scholten.

Conjunctuurdip
De daling komt voor rekening van de overslag van ertsen en schroot (-13,4 procent), overig droog massagoed zoals zand, fosfaten en mineralen (-4,5 procent) en de stukgoedsector (-4,9 procent).

De aanvoer van ruwe olie en de overslag van overig nat massagoed (chemicaliën, oliën en vetten) bleven vrijwel stabiel. De overslag van aardolieproducten en petcokes (+10,5 procent), kolen (+6,9 procent) en agribulk (+1,4 procent) nam toe. De totale afvoer daalde met 7 procent, oftewel 5 miljoen ton. De aanvoer daalde licht met 2 miljoen ton (0,7 procent). De daling is met name veroorzaakt in het tweede halfjaar.

Scholten: „De conjunctuurdip is sneller gekomen dan verwacht, en dan valt de totale daling mij mee. Het echt zware weer moet nog komen. De afname van de containeroverslag is in de tweede helft van het jaar, zoals verwacht, afgevlakt. Ik hoopte op een herstel tot nul of iets erboven, maar de malaise in de mondiale containervaart is te groot om de uittocht in 2000 weg te poetsen.”

Het jaar 2002 wordt volgens de havendirecteur lastig. „Structureel hebben de oude en grote havens zoals Rotterdam, Hongkong en Singapore te maken met de opkomst van andere havens in hun buurt. Bovendien duikt de containervaart in een conjunctureel dal: ze kampt met overcapaciteit, zit in een neerwaartse prijsspiraal en moet gaan consolideren. Herschikking en overcapaciteit, ook bij de havens, geeft onrust en prijsdruk.”

Scholten benadrukt dat hij blijft kijken naar de langere termijn. „Denken op langere termijn betekent vooral zorgen dat de investeringen op peil blijven. Dat doen wij en het Rijk, maar vooral ook het bedrijfsleven. De in 2001 afgeronde en lopende investeringsprojecten zijn, exclusief het rijksdeel, goed voor een kleine 5 miljard gulden. Ongeveer 1,5 miljard gulden aan projecten is aangekondigd, maar staat even in de koelkast.”

Niet florissant
De kolenoverslag heeft met bijna 25 miljoen ton het historische record van 23,7 miljoen ton uit 1991, gebroken. De Duitse kolenimport daalde in de tweede helft van het jaar weliswaar, maar is de motor gebleven die naar verwachting ook de komende jaren door blijft draaien. Circa 60 procent van de Rotterdamse kolenoverslag is bestemd voor Duitsland. Het marktaandeel van Rotterdam in de totale Duitse kolenimport is 40 procent.

De overslag van ertsen en schroot is gedaald van 45 naar 39 miljoen ton. De komende periode zijn ook de vooruitzichten voor de ertsoverslag niet florissant. De lichte stijging van de overslag van agribulk is positief, gegeven de structureel dalende trend en de zware concurrentie van andere havens.

De overslag van olieproducten nam met ruim 10 procent toe tot 14 miljoen ton. Overig nat massagoed vertoont sinds begin jaren ’80 een stijgende trend. De behandeling van containerlading daalde ten opzichte van 2000 van 65 naar 63 miljoen ton. De vermindering ligt hoofdzakelijk in het verschuiven van veel lading naar andere havens.