Binnenland

Blijvende onzekerheid rond tbs’er

In hoeverre zijn gedragsgestoorde criminelen te genezen? Aan de vooravond van het hoger beroep in de zaak van het ontvoerde meisje Hannah uit Ede een gesprek met prof. dr. Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht, over tbs-praktijk en strafklimaat.

J. Visscher
28 August 2010 09:19Gewijzigd op 14 November 2020 11:36
„Uit onderzoeken blijkt dat het behandelen van delinquenten de recidive (herhaling) vermindert”, zegt forensisch psycholoog prof. dr. Corine de Ruiter. Foto: cel op een tbs-afdeling in Vught. Foto ANP
„Uit onderzoeken blijkt dat het behandelen van delinquenten de recidive (herhaling) vermindert”, zegt forensisch psycholoog prof. dr. Corine de Ruiter. Foto: cel op een tbs-afdeling in Vught. Foto ANP

Groot was de verontwaardiging bij de familie van het ontvoerde en misbruikte meisje Hannah uit Ede. Doordat een van de kidnappers, Kaj M., weigerde mee te werken aan gedragskundig onderzoek, ontliep hij tbs. Die verplichte behandeling kan levenslang duren. Wel kreeg M. in maart tien jaar cel. Mededader Leo S. is veroordeeld tot zeven jaar en tbs.

Een handtekeningenactie van de familie van Hannah, bedoeld om het tbs-beleid gewijzigd te krijgen, leverde meer dan 65.000 steunbetuigingen op. Ook het openbaar ministerie zit het dwars dat Kaj M. (29), die op 16-jarige leeftijd ook een zedendelict pleegde en een drugsprobleem heeft, de tbs-dans ontspringt. Het OM ging in hoger beroep. Het proces bij het gerechtshof in Arnhem begint maandag.

De familie van het ontvoerde meisje wil dat bij bijvoorbeeld ontvoering met pedoseksuele motieven standaard tbs wordt opgelegd. Wat vindt u daarvan?

De Ruiter: „Ik vind dat geen goed idee. Er zijn grote verschillen tussen zedendelinquenten. Tbs moet je opleggen aan mensen bij wie het risico groot is dat ze in herhaling vallen. Het is mogelijk dat iemand zich bijvoorbeeld eenmalig aan zijn stiefkind vergrijpt. Dat is niet goed te praten, maar het gedrag zou door tijdelijke omstandigheden kunnen worden verklaard. Denk aan depressiviteit, aan slecht contact met de eigen partner. In die gevallen moet je geen tbs opleggen, dat is een veel te zwaar middel.”

De familie van het ontvoerde meisje is bang dat Kaj M., die al eerder een zedendelict pleegde, zonder behandeling later weer een misdaad begaat.

„In dit geval is er sprake van een ontvoering. Dat betekent dat iemand een actie heeft voorbereid. Verder beging de man op jonge leeftijd al een zedendelict. Dat zijn voor mij twee duidelijke signalen die wijzen op een hoog risico op recidive (herhaling). Een rechter zou moeten overwegen om die man te laten behandelen en zo de maatschappij tegen hem te beschermen.”

Wat vindt u ervan dat advocaten hun cliënten ontraden mee te doen aan gedragskundig onderzoek, om zo tbs te ontlopen?

„Ik kan me voorstellen dat advocaten het belang van hun cliënt op het oog hebben. Sommige mensen blijven veel te lang in de tbs. Ik heb een zaak van een brandstichter met tbs onderzocht. Die man zat veel te lang in de tbs-kliniek. Bij veel brandstichters is het risico op herhaling niet zo groot. Dat wordt anders als ze bijvoorbeeld een hevig drankprobleem hebben, of een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Maar daarvan was in het geval van deze man geen sprake.

De rechter kan wel degelijk tbs opleggen als een verdachte weigert mee te werken aan gedragskundig onderzoek. Dat blijkt ook uit de jurisprudentie. Veel mensen gaan ervan uit dat je niet goed zou kunnen rapporteren over iemands persoonlijkheid als je de persoon zelf niet hebt gesproken. Dat is niet waar. Op grond van bijvoorbeeld gesprekken met de directe familie of een partner kan zeker een goed beeld over iemands geestesgesteldheid ontstaan.

Het is zelfs zo dat een gesprek met de verdachte zelf een minder betrouwbare rapportage kan opleveren. Hij kan dingen verzwijgen. Iemand zal van zichzelf niet zo snel zeggen dat hij bijvoorbeeld gevoelloos is, terwijl dat wel de werkelijkheid is.”

Sommige hardnekkige zedenmisdadigers zijn niet meer te behandelen en moeten levenslang vast blijven zitten?

„Er is een categorie niet te genezen mensen, daarom zijn er ook longstayafdelingen. Ik sluit mijn ogen daar niet voor. Denk aan pedofielen die agressief zijn tegenover kinderen. Ze intimideren kinderen, gebruiken lokmiddelen.”

Joost Eerdmans, voorman van het Burgercomité tegen Onrecht, vindt dat het strafklimaat in Nederland is doordesemd van dadergerichtheid en lankmoedigheid, terwijl het slachtoffer er bekaaid afkomt.

„Het slachtoffer heeft in het Nederlands strafrechtsysteem een zeer beperkte rol. Wel kreeg het slachtoffer de afgelopen jaren spreekrecht. Toch is zijn positie minimaal vergeleken met landen als Engeland en Amerika. Daar heeft de benadeelde een veel duidelijker plek in het proces en is hij betrokken bij het aanklagen van de verdachte.

Ik vind niet dat het strafklimaat in Nederland wordt gekenmerkt door lankmoedigheid tegenover de dader. De laatste jaren er zijn forse straffen opgelegd. Personen die iets vreselijks hebben gedaan, blijven mensen. Als je je in hen verdiept, hebben ze in 95 procent van de gevallen een vreselijke voorgeschiedenis. Een moeder die zich tijdens de zwangerschap klem zoop, waardoor bij het kind hersenbeschadiging ontstond. Ik praat niets goed, maar kan soms wel begrijpen waarom mensen doen wat ze doen. Maar dat invoelingsvermogen kun je niet verwachten van slachtoffers en nabestaanden.”

In de zaak van Zoetermeerder Richard H., die zijn vrouw en twee dochtertjes van 3 en 5 vermoordde, legde het hof twintig jaar cel en tbs op. Dat was een zware slag voor de nabestaanden, omdat de rechtbank eerder nog levenslang oplegde.

„Twintig jaar en tbs, dat is veel. Ik heb zelf Richard H. onderzocht. Er zit meer achter de kille feiten. Hij heeft enorm kapitale fouten gemaakt, daar heeft hij veel spijt van. Maar het is geen nietsontziende psychopaat.”

Maakt u de dader niet te veel slachtoffer? Nabestaanden zitten levenslang met de gevolgen van zijn misdaden, zijn berekendheid.

„De nabestaanden van de slachtoffers van Richard H. proberen hem uit hun leven te bannen; nabestaanden kunnen gevangen blijven in wrok en woede. Dat leidt alleen maar tot totale destructie voor alle partijen. Een lange straf lost het verdriet niet op. Er zou iets van bemiddeling, van herstelrecht moeten komen. Uit onderzoek blijkt dat nabestaanden uiteindelijk beter af zijn als ze de dader vragen hebben kunnen stellen, de confrontatie zijn aangegaan. Liefde is de verbinding aangaan met dat wat is, ook als het vreselijk is. Denk aan Nelson Mandela. Die zat jarenlang gevangen op Robbeneiland. Toch heeft hij daarna de dialoog gezocht met de partijen die hem en zijn beweging hebben onderdrukt. Feit is dat het leven op aarde zeer tragisch kan zijn. In Pakistan is door de overstromingen een heel volk getraumatiseerd.”

Over nut en noodzaak van tbs bestaat twijfel. Helpt tbs?

„Uit allerlei onderzoeken blijkt dat het behandelen van delinquenten de recidive vermindert. Je kunt beter iets dan niets doen. Heel simpel. Maar binnen groepen zijn er uitschieters. Triest is bijvoorbeeld het geval van een man die was veroordeeld voor verkrachting en exhibitionisme, maar zich in de kliniek bleef schuldig maken aan exhibitionisme.

Een behandeling kan ook veel goeds doen. Ik denk aan een man die iemand had doodgestoken. Hij begon op zijn veertiende drugs te gebruiken, had een ontzettend moeilijke relatie met zijn stiefvader en groeide op in een gewelddadige omgeving. Tijdens zijn behandeling kreeg hij twee keer per week intensieve psychotherapie. Hij leerde dat hij zijn kwetsbare innerlijke kern altijd had overschreeuwd en kreeg vertrouwen in zijn behandelaar. Hij kon de pijn overwinnen die hij als kind had ervaren. Bij mijn weten heeft hij zich buiten de kliniek niet meer schuldig gemaakt aan strafbare feiten.”

Het is lastig om vat te krijgen op de menselijke geest?

„Steeds meer onderzoek wijst uit dat ons gedrag met het functioneren van onze hersens te maken heeft. Alle gedrag, dus ook agressief gedrag, depressiviteit, verlegenheid hangt samen met het wel of niet goed functioneren van bepaalde delen van ons brein. „Wij zijn ons brein”, zegt neurobioloog Dick Swaab.

Tegelijk geldt dat je voor gedragskundig onderzoek vaak ten dele afhankelijk bent van wat iemand je vertelt. Klopt het als iemand zegt dat hij onverklaarbare stemmen hoort? Het is moeilijk om te bepalen wat iemand precies voor stoornis heeft. De zoektocht naar de waarheid blijft met onzekerheid omgeven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer