Holdijk: Ik heb geen partijpolitiek motief
APELDOORN – Tot de senatoren die informateur Opstelten uitnodigden de Eerste Kamer te polsen over de beoogde coalitie behoort ook SGP’er Holdijk. „Maar ik heb slechts een staatsrechtelijk en geen partijpolitiek motief.”
Hij noemt het een staatsrechtelijk punt waar staatsrechtelijke handboeken geen antwoord op geven; de vraag wat de houding van de Eerste Kamer moet zijn jegens een coalitie die in de Tweede Kamer geen meerderheid heeft. „Als die vraag in de Senaat gaat spelen, gebeurt dat meestal rond de verkiezingen”, zegt Holdijk. Zo niet in 2010, want nu is de kwestie juist tijdens de formatie actueel.
De keus voor de Senaat is dan ook tweeërlei: afwachten of het door de PVV gedoogde kabinet van VVD en CDA er komt en dan handelen naar bevind van zaken, of vroegtijdig bij de informateur aan de bel trekken. Bijvoorbeeld om hem eens stevig in te peperen dat van een neutrale bejegening van wetsvoorstellen door de Senaat geen sprake zal zijn. Óf, dat een deel van de Eerste Kamer niet zal schromen het kabinet naar huis te sturen als het een beleid voert dat de Senaat niet bevalt.
Wat de huidige Senaat zal doen, is gissen. Wel vroegen negen van de elf fracties informateur Opstelten gisteren per brief of het niet verstandig zou zijn „als u zich in uw onderzoek naar een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal wat meer nadrukkelijk zou richten op de Eerste Kamer zelf.” Initiatiefnemer van de brief is D66-senator Engels. Medeondertekenaar is mr. G. Holdijk, namens de tweekoppige fractie van de SGP.
Waarom ondertekende u de brief?
„De opdracht aan elke informateur luidt dat hij de mogelijkheid tot vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en dus ook met de Eerste Kamer moet onderzoeken. De intentie van de brief is dat wij van harte bereid zijn een gesprek daarover met hem aan te gaan. Ook de SGP-fractie is daartoe genegen. Vandaar mijn handtekening.”
Initiatiefnemer Engels zei in een toelichting: „Opstelten mag er niet van uitgaan dat wij geen ernstige bezwaren hebben tegen het beoogde kabinet.” Dat lijkt meer op een oorlogsverklaring.
„Engels is vanaf het begin volstrekt open geweest over zijn bedoeling. Hij heeft gezegd dat hij begrijpt dat de brief voor elke fractie in de Senaat zo zijn eigen lading heeft. Ik heb duidelijk gemaakt dat ik mij niet wens uit te laten over de toekomstige coalitie. We hebben het resultaat van de onderhandelingen af te wachten. Bij voorbaat eropuit zijn om een kabinetsformatie te frustreren, is in mijn ogen niet de taak van de Senaat.”
Die opvatting staat het ondertekenen van zo’n brief niet in de weg?
„Nee, want ik onderteken alleen om mijn bereidheid tot een gesprek te onderstrepen. Ik heb alleen een staatsrechtelijk, geen partijpolitiek motief. En wat Engels in de media heeft gezegd staat niet in de brief.”
Beschouwt u Engels’ uitlatingen als staatsrechtelijk onzuiver?
„Laat ik het vriendelijk zeggen: het lijkt een beetje op schaken op twee borden. Én, ieder die iets zegt wat buiten de brief omgaat, spreekt niet namens mij.”