Laat de grondwet er maar buiten
Zó was het niet in 2003. Rijen PvdA-prominenten die Bos in de nek hijgden dat hij, liefst meteen, de onderhandelingen met het CDA moest afbreken? Neuh, niks van gezien.
Zó was het ook niet in 2007. De ene na de andere CU-coryfee die Rouvoet bezwoer niet met CDA en PvdA in zee te gaan? Niemand die het zich kan herinneren.
Zó was het zelfs niet in 2002, toen CDA en VVD onderhandelden met de jonge, onstuimige LPF. Balkenende zal van die of gene partijgenoot best eens een waarschuwing hebben gekregen geen coalitie te sluiten met de groentjes van de LPF, maar van massale druk van de kant van vooraanstaande CDA’ers heeft niemand iets gemerkt.
Hoe anders is het dit keer. CDA-kopstukken die vroeger of zelfs heel vroeger een rol van betekenis speelden in de landspolitiek, verdringen zich om te laten weten dat zij voor een coalitie met de PVV niets voelen, zelfs niet als die partij via een gedoogconstructie buiten de Trêveszaal wordt gehouden. Met als klap op de vuurpijl donderdag een verbazingwekkende actie van de prominentste aller prominenten, Lubbers.
Wat opvalt in de argumentatie van de tegenstanders van een coalitie waarbij de PVV is betrokken, is het veelvuldig gebruik van de woorden democratie, rechtsstaat en Grondwet. Neem oud-premier De Jong deze week in Vrij Nederland. „Daarom zeg ik: zolang de punten van de godsdienstvrijheid en de rechtsstaat niet zeker zijn, moet de PVV wat mij betreft maar in zijn eentje doormarcheren. Daar doe ik niet aan mee.”
Dat bezwaarde CDA’ers en anderen zich op de Grondwet en de rechtsstaat beroepen, is natuurlijk hun goed recht. Dat laat in elk geval zien hoe fundamenteel de moeite is die zij met de PVV hebben en hoe diep hun kritiek gaat. En het valt niet te ontkennen dat bepaalde voorstellen uit het PVV-programma schuren met of ronduit strijdig zijn met de grondwet.
Maar het schermen met de termen democratie en grondrechten vertroebelt in bepaalde opzichten wel de discussie, en roept gemakkelijk misverstanden op.
Om te beginnen: de Grondwet is niet heilig. Hoewel een belangrijk document waarin kernwaarden van de westerse samenleving zijn vervat, is ook de constitutie een product van de geschiedenis en daarom voor discussie vatbaar. Artikel 1 bijvoorbeeld („Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld”) is nog een relatief jong artikel. Eeuwenlang kon ons land zonder die bepaling. Dan kan zij nu natuurlijk niet het einde van alle tegenspraak zijn.
Daarom is er ook op zichzelf niets mis met het streven om de Grondwet op bepaalde punten te wijzigen. Zo veel partijen willen dat. Om bepaalde vormen van referenda te kunnen invoeren –zoals D66 al jaren bepleit–, moet eerst de Grondwet gewijzigd worden. Daar valt niemand over.
En het is bepaald geen geheim dat sommige partijen maar al te graag af willen van artikel 23, de vrijheid van onderwijs. Een partij als het CDA heeft nooit aangegeven om die reden al bij voorbaat (!) niet te willen samenwerken met SP of D66.
Een laatste bezwaar tegen al te zeer focussen op de Grondwet is dat die benadering de suggestie wekt dat de PVV een antidemocratische partij zou zijn. Het is inderdaad waar dat de partij van Wilders geen interne democratie kent. Zij bestaat maar uit één lid en zou er daarom goed aan doen haar naam snel te veranderen in: Persoon Voor de Vrijheid.
Maar het is pertinent onjuist dat de PVV een antidemocratische partij zou zijn, een partij die erop gericht is het politieke systeem van Nederland op ongeoorloofde wijze omver te werpen; alles wat Wilders wil bereiken, wil hij binnen de kaders van de democratische rechtsorde tot stand brengen.
Mogen andere partijen dan geen diepgaande bezwaren tegen de PVV koesteren, bezwaren die zo fundamenteel zijn dat zij samenwerking met die partij al bij voorbaat niet zien zitten? Zeker wel. CU-leider Rouvoet zei ooit dat het, gezien de grote verschillen, onwaarschijnlijk is dat zijn partij ooit met D66 in één kabinet zal stappen. Prima. Maar laat de Grondwet er dan buiten.
En wek ook niet de suggestie dat een partij, door samen te werken met de PVV, verantwoordelijk wordt voor álle gedachten van die partij. Dat is onzin. Een coalitiepartij is verantwoordelijk voor wat er in het regeerakkoord staat. Niet meer, maar ook niet minder.