Bronnen rond de onderhandelingen stellen dat er met name een probleem ligt bij de bezuinigingen in de zorg en op de uitkeringen. Hierover zouden de onderhandelaars Mark Rutte (VVD), Geert Wilders (PVV) en Maxime Verhagen (CDA) het nog niet eens zijn. VVD en CDA willen veel harder bezuinigen dan de PVV.

Opstelten had aan het begin van zijn klus nog de verwachting uitgesproken dat het „pakweg drie weken” zou gaan duren. Nu zei hij meer tijd nodig te hebben, maximaal twee weken, voor zijn informatietaak. De partijen willen ook tijd om van het Centraal Planbureau te horen wat precies de koopkrachtgevolgen van bezuinigingen zijn voor groepen in de samenleving. Ook de fracties moeten nog instemmen, net als het CDA-congres.

Daarna kan een formateur, waarschijnlijk beoogd premier Mark Rutte, aan de slag met het zoeken van ministers en staatssecretarissen. Ook moet een regeringsverklaring worden voorbereid. „Het moet niet slordig en gehaast, het moet netjes en goed gebeuren”, zei Opstelten.

Al met al is het dan snel al Prinsjesdag. Dat betekent dat het huidige demissionaire kabinet onder leiding van premier Jan Peter Balkenende nog de begroting voor volgend jaar zal presenteren.

Opstelten zei dat de onderhandelingen een eind op streek zijn, maar dus toch meer tijd vergen dan hij eerder verwachtte. „Alle onderwerpen zijn diepgaand verkend, grote stappen zijn gezet en we werken naar conclusies toe. Het resultaat staat centraal, aan de finish wordt de winst- en verliesrekening opgemaakt. Als roeier weet ik dat het vaak aankomt op de halen van de laatste 100 meter”, zei Opstelten.

Hij zei verder dat er „echt nog een paar hobbels te nemen zijn”. Volgens hem gaat het om goede akkoorden, niet om het halen van een deadline. „Het is pas klaar als het klaar is. Als de handtekeningen van de fractievoorzitters er onder staan.”

Opstelten kreeg vrijdag nog een brief van een groot aantal partijen in de Eerste Kamer. Ze wezen hem erop dat het verstandig zou zijn als hij meer kijkt naar een kabinet dat ook een meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Daarnaar gevraagd, zei Opstelten dat het primaat ligt „waar het thuishoort en dat is de Tweede Kamer”.