Buitenland

EU eens over Irak, maar botst over conventie

De Europese Unie lijkt in de kwestie Irak de onderlinge eenheid, na de diepe verdeeldheid over de vraag van wel of geen oorlog, te hervinden. Tegelijk dreigt er een botsing tussen de grote en kleine landen over hoe de gemeenschap van straks 25 lidstaten georganiseerd zal zijn.

Buitenlandredactie
17 April 2003 09:15Gewijzigd op 14 November 2020 00:16
ATHENE - Oproerpolitie bestookte woensdag in de Griekse hoofdstad Athene demonstranten met traangas, om te voorkomen dat die te dicht bij het conferentiecentrum kwamen waar de Europese Unie (EU) vergaderde. Regeringsleiders van de EU en tien hoofdzakelijk
ATHENE - Oproerpolitie bestookte woensdag in de Griekse hoofdstad Athene demonstranten met traangas, om te voorkomen dat die te dicht bij het conferentiecentrum kwamen waar de Europese Unie (EU) vergaderde. Regeringsleiders van de EU en tien hoofdzakelijk

De regeringsaanvoerders van de huidige en beoogde partners waren woensdag in Athene om het verdrag te ondertekenen dat de uitbreiding regelt. Op 1 mei 2004 treden tien kandidaat-leden toe, te weten Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slovenië en Slowakije. „Een droom komt uit nu we ons continent herenigen en samen een vrij en welvarend Europa bouwen. Pas vandaag is de Berlijnse Muur echt gevallen”, zei premier Balkenende in een korte toespraak tijdens de plechtigheid aan de voet van de Akropolis.

De leiders grepen hun samenzijn aan om te proberen de schade te herstellen die in de afgelopen tijd is opgetreden door de ruzies over Irak. Aanvankelijk was het niet de bedoeling om over dit onderwerp een verklaring uit te geven, maar beraad tussen Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Spanje, die alle vier zitting hebben in de Veiligheidsraad, resulteerde in toch een tekst met ideeën over de wederopbouw in de Arabische natie.

Zij legden als hun opvatting vast dat de VN een centrale rol behoort te spelen in de periode op weg naar stabiliteit en naar weer een volwaardige overheid in Bagdad. De overige lidstaten zouden zich vandaag naar verwachting bij deze visie aansluiten. Het gezamenlijke communiqué wordt beschouwd als een belangrijk politiek signaal dat de voor- en tegenstanders van het militaire ingrijpen de strijdbijl willen begraven.

Ook een ontmoeting tussen de Franse president Chirac en de Britse premier Blair, de twee voornaamste kemphanen in de achterliggende weken, wees in die richting. Zij praatten zo’n 25 minuten met elkaar. Een woordvoerder van de Britten omschreef het onderonsje als „zeer vriendelijk en zeer nuttig.” Het was volgens hem niet gepland. Het zou spontaan zijn ontstaan toen beide heren even naar buiten gingen om een luchtje te scheppen.

Frankrijk geeft aan dat het in ieder geval geen nieuw conflict wenst met de VS, ditmaal over de verantwoordelijkheden en de gang van zaken in het Irak van na Saddam Hussein. Chirac pleit voor een pragmatische en flexibele aanpak. Zijn zegsman liet weten: „Stap voor stap moeten we het juiste evenwicht vinden tussen de rol van de VN, die van essentiële betekenis dient te zijn, en die van de aanwezige Amerikaanse en Britse strijdkrachten.”

De EU-leiders voerden in Athene ook overleg over de voorgenomen bestuurlijke herinrichting van de Unie. Zij hadden een onderhoud met het voormalige Franse staatshoofd Giscard d’Estaing. Die fungeert als voorzitter van de conventie die een gemeenschappelijke grondwet voorbereidt. Afgesproken is dat hij op 20 juni, op een top in Thessaloniki, het ontwerp zal presenteren. In de maanden daarna is het aan de regeringen om daarover definitieve overeenstemming te realiseren.

Tijdens de gedachtewisseling in de Griekse hoofdstad bleek dat er nog grote meningsverschillen zijn. Balkenende vreest zelfs dat de onderhandelingen zullen mislukken. Hij constateerde een toenemende polarisatie. „Als die blijft, komen we er niet uit”, waarschuwde hij. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Fischer is optimistischer. „Ik denk dat op alle wezenlijke punten een oplossing valt te bereiken”, bracht hij naar voren.

De onenigheid spitst zich toe op plannen van de grote landen om een eind te maken aan het thans per halfjaar tussen de lidstaten roulerende voorzitterschap van de EU. Zij stellen voor een soort president te benoemen bij wie gedurende bijvoorbeeld vijf jaar de regie berust over de werkzaamheden binnen de Unie.

De kleintjes zijn bang dat in zo’n constructie de groten de macht naar zich toetrekken en dat de invloed van de Europese Commissie wordt uitgehold. Zij menen dat bij die onafhankelijke, supranationale instelling hun belangen het best zijn gewaarborgd. De vertegenwoordigers van België, Finland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Portugal en van negen van de tien nieuwe leden -alleen Polen schaart zich aan de zijde van onder andere Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk- vergaderden woensdagmorgen afzonderlijk om hun strategie te bepalen.

Giscard toont zich een sterk voorstander van het in het leven roepen van de omstreden functie. Hij benadrukte dat de kleinere landen geen meerderheid vormen als het inwoneraantal geldt als maatstaf. „Een ruime meerderheid van de Europese bevolking is voor een stabieler voorzitterschap”, merkte hij op.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer