Kerk & religie

De beeldenstorm van Heeswijk

1566: Smeekschrift der Edelen, hagenpreken, Beeldenstorm. Zó leerden we op de basisschool jaartallen en feiten.

J. Mastenbroek
23 August 2010 09:09Gewijzigd op 14 November 2020 11:32
Beeld Atlas Van Stolk
Beeld Atlas Van Stolk

De driedeling ”Smeekschrift der Edelen, hagenpreken, Beeldenstorm” wordt misschien al lang niet meer in het klaslokaal opgedreund. Toch is er samenhang. Hoewel tussen hagenpreken en Beeldenstorm ook een kloof gaapt. Als er al in hagenpreken zou zijn opgeroepen tot beeldenstorm, is dat een on-Bijbelse oproep geweest. „Voor beeldendienst zult gij u wachten”, zingt de berijmde versie van de Tien Geboden. Maar dat is heel wat anders dan in brute vernielzucht en brooddronken vandalisme verwoestingen in kerkgebouwen aanrichten. Het waren bepaald niet de hagenprekers die daaraan meededen. Was het dan niet begrijpelijk dat het volk opstond tegen de afgoden van Rome? Jawel, maar daarmee was de daad niet goed te keuren. En het gebeurde zelfs dat de Beeldenstorm plaatselijk tot windkracht 8 aanwakkerde, tot een orkaan zelfs.

In 1847 was er opnieuw een beeldenstorm. Althans, dat dacht men. Nu niet in een roomse kerk, maar in de hervormde kerk van Heeswijk. Die gebeurtenis veroorzaakte de (on)nodige ophef, waar zelfs een brigade van de marechaussee aan te pas kwam. Hoe ging dat in zijn werk? Als volgt: een paar jaar voordat deze kerk aan de Lariestraat zou worden afgebroken, was er een leerling-boekbinder uit het nabijgelegen dorp Dinther die enkele Bijbels en psalmboeken zou restaureren. De onbenul scheurde een paar kapotte bladzijden uit de kanselbijbel en uit psalmboeken om die thuis te plakken. Onderweg naar huis verloor hij een bladzijde. Daarbij kwam dat hij ook nog eens vergat om de kerkdeur te sluiten.

’t Was in de herfst. Vier Heeswijkse kinderen hadden zakken vol walnoten geraapt. Ze liepen langs de openstaande kerkdeur. Rooms als ze waren, werden ze nieuwsgierig om eens te kijken hoe een protestantse kerk er vanbinnen uitziet. Dan ontdekken ze dat het kanseldeurtje een prima notenkraker is. De basten van de noten vliegen rond. Een van de jochies klimt het kanseltrapje op. Als zijn vriendjes even later angstig roepen dat de burgemeester eraan komt, schrikt hij zo erg dat hij van het preekstoeltrapje tuimelt en in zijn val het deurtje meeneemt.

Zondag komt ds. P. M. Deerns de kerk binnen, ziet tot zijn ontsteltenis het deurtje, de notenbasten en de verminkte Bijbels. En als een kerkganger komt vertellen op de hei bij Dinther een blaadje uit een psalmboek te hebben gevonden, ligt de conclusie voor de hand: een kleine beeldenstorm. Daar hebben de roomsen vast en zeker de hand in gehad! Ds. Deerns is verontwaardigd, gaat eerst naar de burgemeester en vervolgens naar ds. C. W. Pape, ringcollega in Heusden. Diens zoon is officier van justitie in ’s-Hertogenbosch. Als hij ervan hoort, stuurt hij de marechaussee erop af. De kwestie wordt hoog opgenomen. Er verschijnen krantenberichten over deze „ruwe kerkplundering.” Als later de juiste toedracht bekend wordt, lachen de roomsen en schamen de protestanten zich. Beeldenstorm in de Lariestraat… het was niet anders dan lariekoek!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer