Vorig jaar moest de grootste autofabrikant van de Verenigde Staten met miljarden dollars aan steun door de Amerikaanse overheid worden gered. Het geplaagde concern werd toen van de beurs gehaald. Met de beursgang krijgt de overheid de kans om haar belang van 61 procent af te bouwen. Ook het inmiddels afgeslankte GM wil van het belang af; veel Amerikanen noemen het concern op dit moment ‘Government Motors’.

GM liet niets los over de beurzen waar het bedrijf de aandelen wil aanbieden. Verwacht wordt dat het bedrijf op een notering mikt aan zowel de Amerikaanse New York Stock Exchange als de Canadese Toronto Stock Exchange. Volgens schattingen levert de beursgang het bedrijf tussen de 12 en 16 miljard dollar op.

Het zou de grootste beursgang worden sinds die van Visa in maart 2008. De creditcardmaatschappij haalde destijds bijna 20 miljard dollar op. Het Japanse Toyota, ‘s werelds grootste autoconcern, zou met een marktwaarde van ongeveer 120 miljard dollar, nog altijd stukken groter blijven dan GM.

Eerder deze maand maakte GM bekend de hoogste kwartaalwinst in zes jaar behaald te hebben. De nettowinst schoot omhoog van 865 miljoen dollar in het eerste kwartaal tot 1,3 miljard dollar (ruim 1 miljard euro) in het tweede kwartaal. De autoverkopen van het concern uit Detroit gingen over de eerste helft van het jaar met 12 procent omhoog.

Hoewel GM er weer helemaal bovenop lijkt zijn, verkeert het Duitse dochterbedrijf Opel nog altijd in zwaar weer. Opel leed een operationeel verlies in het afgelopen kwartaal van 125 miljoen euro, terwijl de autoverkopen afnamen met 9 procent tot 314.000 stuks. Over de afgelopen tien jaar slonk het marktaandeel van Opel van bijna 10 procent tot 6,6 procent, blijkt uit cijfers van de Europese brancheorganisatie ACEA.