Advocaten willen debat
”De Nederlandse samenleving dient een standpunt in te nemen over de vraag of het ethisch verantwoord is om een schadevergoeding toe te kennen aan iemand die gehandicapt is geboren”, stelt mevrouw mr. J. I. van der Winden. De advocate uit Amsterdam is aangesloten bij de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA).
De vereniging kwam donderdag met het pleidooi voor een fundamenteel debat over Kelly. ”Kelly zal niets van de procedure begrijpen of te weten komen. Maar hoe voelt een wat minder zwaar gehandicapt persoon zich over dit arrest? Geef je met het arrest niet een signaal af dat gehandicapt zijn minderwaardig is? En dat dit moet worden afgekocht met geld?” Van der Winden en haar collega’s kunnen in een lastig parket terechtkomen. ”Als letselschadeadvocaat wordt van je verwacht dat je de mogelijkheden die er zijn voor je cliënt, benut. Je kunt geen dingen laten liggen die positief uit kunnen pakken voor de cliënt. Maar je hebt ook een persoonlijke mening. Die twee kunnen botsen.” De advocate benadrukt het sterk ethische gehalte van de discussie, die met name op de website van de LSA (www.lsa.nl) gevoerd zal worden. Mogelijk komt de letselschadevereniging nadien met een standpunt. ”Wij willen tot een juridisch antwoord komen, maar daarbij kun je de ethiek niet vergeten. Ik voel ethisch gezien mee met gehandicapten die bij deze uitspraak grote vraagtekens zullen hebben, maar ik snap het standpunt van de ouders ook wel. Het zijn hele nare vragen allemaal.” Het voorkomen van discussies over de hoogte van smartengeld staat voor Van der Winden voorop. ”Dan krijg je niet zelden uitzonderlijk vervelende toestanden, waarin het letsel vaak breed wordt uitgemeten.”
Had u zelf advocaat kunnen zijn in de zaak van Kelly?
”Ik had het zelf misschien wel kunnen doen. Ik vind dat je het beste voor je cliënten moet bepleiten. Voor mezelf denk ik dat ik het toegekende smartengeld als minder belangrijk zou hebben beschouwd dan de vergoeding van de kosten voor de opvoeding van Kelly.” Van der Winden heeft nog geen standpunt ingenomen over de ’Franse lijn’, waar bij wet smartengeld in dergelijke zaken onmogelijk is gemaakt. ”Misschien kunnen we in Nederland tot een tussenstandpunt komen, bijvoorbeeld over de hoogte van een dergelijk bedrag. Dat voorkomt meteen onsmakelijke discussies over de hoeveelheid leed om er maar zoveel mogelijk uit te halen.”