Hij doet dat met de Raad voor de Rechtspraak, het College van Procureurs-Generaal en de Raad van Korpschefs. Dat heeft zijn woordvoerder dinsdagavond laten weten. Aan de hand van de criteria kan de toekomstige politie­samenwerking met Suriname vorm krijgen.

Eerder op de dag had de minister al laten weten dat de benoeming van Bouterse tot president van Suriname niet leidt tot een verandering of het stopzetten van de samenwerking tussen de Nederlandse en de Surinaamse politie. „De benoeming van Bouterse is op zichzelf voor de regering geen aanleiding om lopende samen­werkingsprogramma’s te herzien, op te schorten of te staken.”

De Amsterdamse korpschef Bernard Welten zei gisteren in de Volkskrant nog dat de benoeming van Bouterse een voortzetting van de samenwerking niet meer mogelijk maakt. „Alle activiteiten en investeringen zullen worden stopgezet”, zei hij. Het korps in Amsterdam voert de samenwerkingsprogramma’s tussen de Nederlandse en de Surinaamse politie uit.

Van het stoppen van de gezamenlijke activiteiten blijkt dus geen sprake te zijn. De minister beslist over de samenwerking. Volgens Hirsch Ballin streeft Nederland naar een „betrokken en zakelijke verhouding” met de Surinaamse regering. „Daarbij zal Nederland de Surinaamse regering beoordelen op haar benoemingen, plannen en daden.”

Welten zei gisteren in een reactie op de verklaring van Hirsch Ballin dat hij hierover met de bewindsman wil praten. „Daarbij kan aan de orde komen op welke wijze de minister omgaat met de beoordeling van benoemingen, plannen en daden van de nieuwe regering van Suriname.”