Hoekstra: gewezen topambtenaar én „raspoliticus”
Actief in de landelijke politiek is hij nooit geweest, maar Haagse ingewijden omschrijven Rein Jan Hoekstra als een „raspoliticus”. „Hij is iemand die het politieke spel tot in de vingertoppen beheerst”, zegt een CDA’er met veel politieke ervaring.
Hoekstra was van 1986 tot 1994 secretaris-generaal op het ministerie van Algemene Zaken en als zodanig de rechterhand van toenmalig premier Lubbers. Hij stond bekend als een spin in het web, met grote invloed op het beleid van de kabinetten Lubbers II en III.
Maar ook voor de huidige CDA-leider Balkenende is Hoekstra geen onbekende. Hij is voorzitter van het wetenschappelijk bureau van het CDA, waar Balkenende werkzaam was voordat hij lid van de Tweede Kamer werd.
De jurist Hoekstra werd in 1994 lid van de Raad van State, het adviesorgaan waar ook de vorige CDA-informateur Donner werkzaam was. Hoekstra werd ook na de verkiezingen van 22 januari al getipt als mogelijke CDA-informateur.
De afgelopen jaren was hij lid van tal van adviescommissies, recentelijk nog van de commissie-Van den Haak, die onderzoek deed naar de beveiliging van Fortuyn.