Arabische diplomaten draaien overuren
DAMASCUS – Verschillende Arabische kranten vergeleken de afgelopen weken de oplopende spanningen in het Midden-Oosten met de situatie in Europa aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. De ophanden zijnde uitspraak van het Hariritribunaal zet de verhoudingen in Libanon op scherp.
De gespannen en complexe situatie in Libanon vertoont veel overeenkomsten met de toestand op de Balkan in 1914. Er hing toen overduidelijk een oorlog in de lucht – de vraag was alleen waar en hoe die zou beginnen. Een schot op de Oostenrijkse troonpretendent Frans Ferdinand zou de wereld uiteindelijk in een langdurige oorlog storten. Nu vrezen velen voor een oorlog in Libanon, temeer daar het land in het verleden herhaaldelijk fungeerde als slagveld om onderlinge rivaliteiten uit te vechten.
Mogelijke brandhaard is momenteel vooral de rechtszaak rond de moord op de Libanese oud-premier Hariri, in 2005. Maandagavond hield de leider van de Libanese Hezbollah, Nasrallah, een twee uur durend betoog waarin hij de Libanezen ervan trachtte te overtuigen dat Israël verantwoordelijk is voor de moord. Tegelijkertijd herhaalde hij dat Hezbollah het Hariritribunaal en zijn uitspraken niet erkent. Wereldwijd schonken media de afgelopen tijd veel aandacht aan de mogelijkheid dat Hezbollah de wapens zal oppakken als het tribunaal leden van de sjiitische partij beschuldigt van betrokkenheid bij de moord op de soennitische Hariri.
Daarmee bleef een ander zorgwekkend fenomeen echter totaal onbelicht. Allerlei rapporten bevestigen dat de stroom van wapens naar radicale soennitische groeperingen in Libanon de afgelopen weken enorm is toegenomen. Libanese veiligheidsdiensten houden de situatie nauwlettend in de gaten. De goedgeïnformeerde Libanese krant al-Diyar citeert bronnen die bevestigen dat „slapende cellen” in met name Palestijnse vluchtelingenkampen, maar ook in het noorden van Libanon actief zijn geworden.
Soennitische radicalen zoeken naar alternatieven voor Afghanistan en Pakistan, en vinden in Libanon een voedingsbodem. Er bestaat veel frustratie onder soennieten in Libanon over de activiteiten van de door Iran gesteunde Hezbollah. De in al-Diyar geciteerde bronnen stellen dat „soennitische radicalen onmiddellijk na de uitspraak van het tribunaal in actie zullen komen en de weg van Beiroet naar het zuiden zullen afsluiten.” De grootste bedreiging schuilt echter in het noorden van het land. De vrees bestaat dat soennitische fundamentalisten hier een „islamitisch emiraat” willen uitroepen.
In dit licht krijgt het recente bezoek van de Saudische koning aan Libanon opeens een nieuwe betekenis. Saudi-Arabië steunt de regeringscoalitie van premier Hariri, die bestaat uit gematigde soennitische en enkele christelijke partijen. Saudi-Arabië vreest dat al-Qaida de onvrede onder de soennieten in Libanon over het zwakke optreden van de premier zal uitbuiten en dat deze onvrede tot een uitbarsting zal komen na de uitspraak van het tribunaal.
Achter de schermen draaien de diplomatieke diensten van Arabische landen op volle toeren, om de VN-Veiligheidsraad ervan te overtuigen dat de uitspraak van het Hariritribunaal op zijn minst met een jaar moet worden uitgesteld. Dit om te voorkomen dat Libanon het toneel wordt van een verwoestende burgeroorlog tussen soennitische radicalen en Hezbollah.
Premier Hariri ziet zich voor een pijnlijke keuze gesteld. Als hij vasthoudt aan de uitspraak van het tribunaal zijn de gevolgen niet te overzien. Schort hij de samenwerking met het tribunaal op, dan zal dat in elk geval op de korte termijn de rust en orde in Libanon bevorderen.
Het scenario van een burgeroorlog tussen soennieten en sjiieten doet denken aan Irak. In dit land werden sinds 2003 de christenen vermorzeld tussen het geweld van beide zijden. Het is een scenario dat Libanese christenen vrezen. De Libanese maronitische patriarch Al-Sfeir deed enkele weken geleden in dit verband een veelzeggende uitspraak. Hij stelde dat „of niemand wapens mag bezitten, of allen.” Gevraagd naar een toelichting verklaarde de patriarch dat wanneer alle partijen zich bewapenen en één groep niet, deze ene onbewapende partij zich tot gijzelaar maakt. Het tekent de spanningen in het land.