Binnenland

Woonbond bezorgd over huurmarkt

Rijke woningbouwcorporaties uit de provincie moeten hun arme collega’s in de steden helpen. Dat vindt de Woonbond, die een eigen plan heeft opgesteld voor een investeringsfonds. De corporaties moeten daarin participeren of verplicht geld in de kas storten.

Van onze verslaggever
16 April 2003 09:26Gewijzigd op 14 November 2020 00:16

Dinsdag, op Nationale Huurdersdag, liet de Woonbond -koepelorganisatie van huurdersverenigingen- van zich horen door de presentatie van een manifest voor een goed huurdersbeleid. De bond maakt zich ernstig zorgen over de woningmarkt. „Die zit muurvast”, zo luidt zijn conclusie. „De woningbouw loopt ver achter bij de groeiende vraag en de koopprijzen zijn de pan uitgerezen. Betaalbare huurwoningen worden er maar mondjesmaat gebouwd en in het kader van de wijkvernieuwing worden juist in rap tempo sociale huurwoningen gesloopt om plaats te maken voor dure huur- en koopwoningen.”

Volgens de Woonbond manifesteren de uit de zorg bekende wachtlijsten zich nu ook in de volkshuisvesting. „Woningzoekenden moeten gemiddeld dertig maanden wachten op een huurwoning. In de grote steden is tien jaar eerder regel dan uitzondering.”

De corporaties hebben, zo is vorig jaar berekend, meer dan 10 miljoen euro over. Als ze verplicht worden deel te nemen in een investeringsmaatschappij, is de kou uit de lucht, denkt de Woonbond. Dat kan door hen te verplichten aandelen uit dit fonds te kopen. Weigeren ze dat, dan moeten ze geld in de kas te storten. Met de opbrengst kan de noodzakelijke stedelijke vernieuwing worden betaald. Het levert de overheid een besparing van een half miljard euro per jaar op.

De Tweede Kamer heeft zich al eerder over dit probleem gebogen. Ook de politiek vindt dat overschotten van een deel van de corporaties beter gebruikt kunnen worden. De Tweede Kamer gaf de corporaties vorig jaar een laatste kans. Als ze vóór juni dit jaar het geld niet besteden, stelt de politiek een fonds in waarin ze hun vermogen moeten storten. In dat idee is geen ruimte voor aandelen, zoals de Woonbond wil, en krijgt de overheid zeggenschap over het geld.

De corporaties, verenigd in brancheorganisatie Aedes, zijn het er niet mee eens en hebben in antwoord daarop een eigen financieringsconstructie voorgesteld. Die komt erop neer dat de rijke corporaties gedwongen kunnen worden garant te staan voor leningen die arme corporaties afsluiten.

In het manifest spreekt de Woonbond zich verder uit voor een huurbeleid dat maximaal inflatievolgend is en voor het behoud van het huidige huursubsidiestelsel. „Wil de wijkvernieuwing kans van slagen hebben, dan moet ook aan huishoudens met lage en modale inkomens perspectief worden geboden. Daarvoor zijn meer betaalbare huur- en koopwoningen nodig.”

Andere voorstellen van de bond richten zich op verhuurders en gemeenten. Zo zouden de gemeentebesturen de plaatselijke woonlasten en heffingen jaarlijks met niet meer dan het inflatiepercentage moeten verhogen. Gezien de huidige woningnood dienen de gemeenten zich terughoudend op te stellen bij sloopplannen. Verder is het nodig, met het oog op de vergrijzing, veel meer haast te maken met nieuwbouw van (betaalbare) woonzorgcomplexen.

Ten slotte houdt de Woonbond een pleidooi voor een verbetering van de werking van de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) en van de Wet op het overleg huurders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer