„Irak een mini-Amerika? Amen”
Wie is de schurk? Geen vraag voor europarlementariër B. Belder: de dictator uit Bagdad natuurlijk. „Een schurk? Saddam Hussein is een massamoordenaar.” En George Bush dan? „Er zijn twee schurken”, meent Belders collega E. Meijer. „Saddam is een hele grote, Bush een wat mindere.” De toon voor het debat over Irak, georganiseerd door het Reformatorisch Dagblad, is gezet.
Maandagavond. Achthonderd ’RD’ers’ -opmerkelijk veel jongeren- zitten in de volle theaterzaal van de Amersfoortse Flint. Uit de geluidsboxen golft de dreigende oorlogstune van het Radio 1 Journaal. De karakteristieke mokerslagen vormen een aanslag op het trommelvlies. De spanning in de menigte loopt op.
Op het podium, geflankeerd door portretten van Bush en Hussein, zit Johanna Maarten, ruim vijf jaar geleden gevlucht uit Noord-Irak naar Nederland. Naar „het prachtige dorp Barneveld” om precies te zijn. De val van Saddam maakt hem „blij en dankbaar.”
Dat ’s werelds machtigste man verder zal gaan met zijn kruistocht tegen schurkenstaten, staat voor Maarten vast. „Bush komt niet alleen stofzuigen, hij zal het hele Midden-Oosten schoonmaken.”
„Straks een Irak als mini-Amerika?”, vraagt discussieleider en RD-journalist Riekelt Pasterkamp. „Amen”, antwoordt de christen-Irakees uit de grond van z’n hart.
Natuurlijk zijn juichende Irakezen „reden voor tevredenheid”, vindt E. Meijer, lid van de SP-fractie in het europarlement. „Maar daarmee is de oorlog nog niet gelegitimeerd.”
Hij hekelt de democratie van Amerika. „Er is daar geen plaats voor een SGP of ChristenUnie, zoals in Nederland.”
Meijer duikt de geschiedenis in om aan te tonen dat de rol van Amerika in Iran, Kongo, Guatemala, Chili en Pakistan bepaald geen fraaie was. „Amerika wil de hele wereld zijn wil opleggen”, concludeert de socialist. „Oorlog voeren leidt niet tot een wereld zonder oorlog, maar tot haat, gekoppeld aan de jihad. Dat rijmt nog ook”, aldus Meijer, die SP’er Van Bommel vervangt, omdat dat kamerlid het debat over de kabinetsformatie moet bijwonen.
Belder, EP-lid voor de ChristenUnie-SGP, neemt Duitsland en Frankrijk -verklaarde tegenstanders van de oorlog- op de korrel. „Ze dwalen ten hele. Niet optreden tegen Irak doet de internationale rechtsorde nog meer schade.”
Nu „de republiek van angst” is gevallen, moet er volgens Belder eerst een militair bewind in Irak komen. „Dan pas kunnen we het land in handen van de Irakezen geven; anders komt er weer chaos.”
Meijer krijgt bijval uit de zaal voor z’n stelling dat de VS-president ook geen lieverdje is. „Bush vertoont op z’n minst schurkachtige trekjes”, meent een oudere man. Meijer gelooft er niets van dat Amerika met zijn militaire ingrijpen de wereld veiliger zal maken. „Ook met Amerika als de grote politieman ziet de wereld er beroerd uit.”
„Bush is de oorlog begonnen om de presidentsverkiezingen in 2004 te winnen”, prikkelt Pasterkamp. Belder: „Nee.” Meijer: „Ja.” De zaal, op een handvol na, valt Belder bij.
Nog een stelling: „De winnaars van de oorlog zijn Bush, Blair en de Iraakse bevolking.” Belder: „Ja.” Meijer: „Bush is zeker winnaar. Bij Blair is dat omstreden, want de meerderheid van het Engelse volk is tegen de oorlog. Blair is dus zijn positie aan het verzwakken. Het Iraakse volk? Dat bestaat uit drie totaal verschillende groepen die alleen met een dictatuur bij elkaar te houden zijn. Een oorlog verandert daar niets aan.”
Een Irakees op het balkon roept emotioneel de zaal in dat Saddam „een terrorist” en Bush „onze vader” is. Het publiek beloont hem met een daverend applaus. Belder grijpt het moment aan. „Eén man heeft Irak kapotgemaakt: Saddam Hussein.”
Meijer, verzachtend: „Saddam handelde vanuit de illusie dat hij het verdeelde Iraakse volk van bovenaf eenheid kon opleggen.” De zaal gromt.
Of Syrië het volgende land is dat Bush zal binnenvallen? Belder: „Het land heeft terecht een waarschuwing gehad.” De vraag zelf laat hij, ondanks aandringen van Pasterkamp, onbeantwoord.
Meijer: „Syrië de volgende? Daar twijfel ik niet meer aan. Ook daar is de Ba’athpartij aan de macht, al heeft die in Syrië een iets milder gezicht dan in Irak.”
Waarom Bush Syrië wel noemt en Zimbabwe niet, is voor Meijer helder. „Bush heeft economische belangen bij Syrië. Er ligt een nog ongebruikte oliepijplijn, richting Middellandse Zee.”
Een jongeman in de zaal wil weten of de Amerikanen bezig zijn de Romeinen na te doen. Belder: „Als historicus ben ik altijd benauwd voor dit soort parallellen.” Meijer: „Ik zie er wel wat in. Ook de Romeinen wilden sterk domineren en andere volken onderwerpen.”
Subtiel wijst hij op de afloop. „De Romeinen waren hun eigen nederlaag aan het voorbereiden. Het succes van vandaag is de ondergang van morgen.”
Over de houding van Nederland -wel politieke, geen militaire steun voor de oorlog- zijn beide debaters het eens: „Halfslachtig.”
De wederopbouw van Irak geeft weer discussie. Moet de Europese Unie straks helpen? Belder: „Dat zijn we verplicht aan het Iraakse volk.” Meijer: „Laat de Amerikanen vergoeden wat ze kapot gemaakt hebben, is mijn eerste reactie. Maar de steun van Europa zal nodig zijn.”
RD-directeur ir. B. Visser belooft de zaal aan het begin van de avond „een pittig debat”, maar wijst tegelijk op de ernst van het onderwerp. „Oorlog is geen entertainment, geen spelletje.”
Hoofdredacteur dr. C. S. L. Janse sluit in dezelfde toonsoort af met een citaat van Da Costa: „Op de bodem aller vragen ligt der wereld zondeschuld.” Hij wijst op een andere oorlog, beschreven door John Bunyan. „De Heilige Oorlog gaat alle aardse conflicten te boven.”
Terwijl het publiek de theaterzaal verlaat, klinkt uit de geluidsboxen geen dreigende oorlogstune, maar een rustgevend muziekje.