Een telegram naar de jubilerende dominee
Een boek komt nooit uit de lucht vallen. Het kost schrijvers vaak veel zoek- en denkwerk om tot een mooi resultaat te komen. Waar halen ze het vandaan? In een vierdelige zomerserie komen schrijvers aan het woord over hun inspiratiebronnen. Vandaag deel 3: ds. H. van der Ham over prof. G. Wisse.
Telegram nr. 00665, aantal woorden 23. Verzendtijd: 11 september 1923, om 10.40 uur. In paars potlood staat geschreven: „Hartelijk gefeliciteerd. Spare God u nog vele jaren en stelle hij U verder ten rijken zegen. Het docentencollege, de rector.”
Prof. G. Wisse (1873-1957) ontving het telegram ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum. „Wat een hartelijkheid en warmte, hè”, zegt ds. H. van der Ham, die onderzoek deed naar Wisses leven. „Tegenwoordig gaat het er allemaal veel killer en zakelijker aan toe, dat is wel spijtig.”
De predikant uit Dordrecht haalt een fotoalbum tevoorschijn, ooit in het bezit van Wisse. Op de eerste pagina zijn drie ansichtkaarten geplakt. Twee ervan tonen Berkenbosch bij Domburg, de buitenplaats van mejuffrouw M. Lantsheer „die door den Heere is gebruikt om mij te laten studeren.” Eén kaart toont het huis van mejuffrouw Lantsheer in Oostkapelle, waar de jonge student Wisse voor het eerst een gesprek met haar had. Ds. Van der Ham: „Wisse had geen geld om te studeren, zijn ouders konden dat niet betalen. Hij moest van de vroege ochtend tot de late avond in de kruidenierswinkel werken. Totdat de weg tot de studie voor hem werd geopend. De rijke dame Lantsheer wilde zijn studie bekostigen. Zo kon hij in 1892 beginnen als student aan de Theologische School van de Gereformeerde Kerken in Kampen.”
Van een kleinzoon van Wisse uit de buurt van Antwerpen kreeg ds. Van der Ham andere foto’s: Wisse op de pier in Scheveningen, geflankeerd door twee kleinzoons op ezeltjes. Wisse als koloniaal heer, geheel in het wit gestoken, op bezoek bij geloofsgenoten op Java. Een geëmotioneerde opa bij het graf van zijn kleinzoon. Een oude man die de post doorneemt in het rusthuis in Doorn.
Ds. Van der Ham studeerde begin jaren tachtig van de vorige eeuw aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn. In die tijd woonde hij twee jaar in Barneveld, waar hij bevriend raakte met de Veluwebibliofiel Jac. Overeem. „Zijn hartelijkheid was buitengewoon”, blikt ds. Van der Ham terug. „Overeem trok veel jonge mensen aan. Hij had ook originele stukken van Wisse, zoals een boek met preekaantekeningen en een boek met interviews. Ik kende Wisse al wel uit z’n tijdredes en boekjes over het geestelijke leven, maar door dit contact met Overeem ontstond het idee met al dat materiaal iets te doen. Van kerkelijke zijde was documentalist drs. Jan Noorlandt bezig met een onderzoekje naar foto’s en archieven van Wisse. Dat hebben we toen samen gedaan.”
Ds. Van der Ham wist zich vooral geïnspireerd door „de waarde van het ontdekkend en vertroostend onderwijs dat Wisse gaf, en door zijn prediking van vrije genade.”
Smijtegelt
De predikant publiceerde in 1993 het boek ”Professor Wisse. Aspecten van leven en werk” bij uitgeverij De Groot Goudriaan. „Het is niet zozeer een biografie, als wel een levensschets, bedoeld als een introductie op het werk van Wisse.”
De eerste helft van het boek beschrijft Wisses jeugdherinneringen, zijn weg tot de studie, eerste predikantsjaren, breuk met de Gereformeerde Kerken, hoogleraarschap, de reis naar Indië en zijn opvattingen over Barth, Kersten, Kok en Schilder. Vervolgens zijn herinneringen aan Wisse opgenomen van prof. J. J. van der Schuit, ds. D. Slagboom en prof. W. Kremer.
De tweede helft van het boek bevat teksten van de hoogleraar zelf. Meditaties, pastorale brieven. „Ik heb voor de schets alle documentatie die ik had op een rij gezet”, licht ds. Van der Ham toe. „Dat was heel wat. Wisse heeft veel gepubliceerd, in De Heraut, De Standaard, de Kamper Kerkbode, De Banier, De Wekker. Van al die publicaties heb ik een bibliografie gemaakt.”
Behalve door schriftelijke bronnen weet Van der Ham zich geïnspireerd door plekken in Nederland waar Wisse vaak kwam. Zo’n typische ‘Wisseplek’ is Middelburg. Van der Ham: „Hij is daar geboren en heeft er tijdens de bezettingsjaren als predikant gediend. Wisse preekte in de Gasthuiskerk, een van de weinige monumentale kerkgebouwen die de Christelijke Gereformeerde Kerken rijk is. In deze kerk heeft ds. Bernardus Smijtegelt nog gepreekt. Daarmee ligt er direct een link naar de Nadere Reformatie. Wisse was goed thuis in de stichtelijke schrijvers. Zijn recensies zijn prachtige stukjes vol waardering. Hij zei altijd tegen zijn studenten: „Wil je Gods kerk dienen, verdiep je dan in de praktikale godgeleerdheid.” Hij was een sterke voorstander van het lezen van de puriteinen en de nadere reformatoren om zo hun geestelijke leiding te verwerken en vruchtbaar te maken.”
Breed publiek
Op het omstreden punt van de zogeheten ”kenmerkenprediking” slaagde Wisse erin om boven de tegenstellingen uit te komen, aldus ds. Van der Ham. „Over thema’s zoals het aanbod van genade, de verbonden en de rechtvaardiging wist hij een breed publiek aan te spreken. Als begenadigd spreker had hij daar de genade en het licht van de Heere voor gekregen. Hij stelde steeds de vragen van het hart aan de orde.”
Die brede aantrekkingskracht blijkt mooi uit een brief van de gereformeerde interkerkelijke mannenvereniging Rondom het Woord te Zwartsluis. De brief is gedateerd op 3 maart 1947. De voorzitter dringt er bij Wisse op aan om een spreekbeurt te vervullen, temeer omdat in die plaats de oude waarheid niet meer wordt gehoord. „De leden van onze mannenver. behooren grootendeels tot de Ger. Synodale of tot de vrijgemaakte kerk, en daar maar al te bekend is, hoe de doorsnee-prediking in deze kerken is, leek me dit een schoone gelegenheid om de menschen het nog eens te laten hooren, dat er nog iets anders moet gekend worden op weg naar den hemel dan bloote theorie.”
Ds. Van der Ham merkt de laatste jaren een nieuwe belangstelling voor het werk van Wisse. „Je ziet dat er weer preken worden uitgegeven, mensen grijpen weer op hem terug. Zelf ben ik betrokken bij de uitgave van een bundel preken en een bundel pastorale brieven, die zullen verschijnen bij uitgeverij De Banier. Prof. A. Baars zal hierbij een introductie schrijven over Wisses homiletische inzichten. Het is te begrijpen dat de boodschap van Wisse weerklank vindt: ze is van alle eeuwen. Hij is een gezaghebbende figuur van wie de boodschap krachtig wortelt in de Bijbel en de puriteinen.”
Prof. Wisse: de religieuze kijker met de heldere blik
Bij het overlijden van prof. G. Wisse in 1957 schreef de christelijke gereformeerde hoogleraar J. J. van der Schuit een in memoriam. Het werpt licht op de mens, de schrijver en de prediker Wisse. Een samenvatting.
„Ik heb het genoegen gehad hem jaren te kennen”, aldus Van der Schuit in De Wekker van 29 november 1957, „en in die tijd heb ik in hem altijd drie factoren onderscheiden. Wie dat niet deed kwam op slag met deze man in de war.”
„De mens Wisse – Hier zijn zwarte kanten en donkere diepten. De man, die ons kon inleiden in wat diepte-psychologie was, wist heel wel, wat in de kelder van zijn allerdiepste zijn woelde en waar zijn zwakke plekken waren. Wisse trok aan en hij stootte af. Dat lag voor een gedeelte ook aan ons, maar niet minder voor een gedeelte aan hemzelf. Hij zou de eerste zijn om u dit te willen toestemmen. Gij moet er zijn Memoires maar eens op nalezen, en gij kunt dit portret op meer dan één bladzijde vinden. Ik schrijf u zulk een passage af: „Zelfrespect kan zo gemakkelijk tot hoogmoed verleiden, en al zulke dingen meer veroorzaken soms allerlei ellende voor ons, welke wij hadden kunnen voorkomen.”
De mens Wisse! Deze grote in Israël kon soms zo klein doen, dat men zich afvroeg: is dit nu diezelfde man, die de duizenden weet te wentelen rondom de spil van zijn machtige oratie?” (…)
„De schrijver Wisse – In mijn bibliotheek staat een rij geschriften, die mij en velen met mij zullen blijven aanspreken, en waarin naast de filosoof ook de apologeet aan het woord is, maar waarin niet minder de meest eenvoudige ziel geschriften kan aantreffen, die heenleiden naar de rijke mystieke wateren van Gods ontmoeting en zielsomhelzing, en die menig hart op de vreemdelingstocht hebben verkwikt. Hoe zou ik op deze plaats kunnen vergeten wat hij ten beste gaf in zijn ‘pastorale brieven’, die niet overal in de ‘smaak’ vielen – over de smaak valt moeilijk te twisten, – maar waarvan ik toch kan en mag zeggen met volle vrijmoedigheid, dat ze gelezen werden en dat ze menigmaal geestelijke bouwstoffen aandroegen, die ten nauwste in verband stonden met de bouw en de toekomst van eigen kerkelijk leven.” (…)
„De prediker Wisse – Hier hebt ge hem in zijn vol ornaat en in zijn volle kracht. Zijn houding, zijn kleding, zijn gelaat – alles sprak van een ‘geestelijke’. Hij scheen niet slechts een ‘geestelijke’, hij was een geestelijke, die uit de Heilige Geest geestelijke dingen met geestelijke zaken wist samen te voegen.
Wars van alle intellectualisering in de prediking liet hij zich nooit gaan in de zuigkracht van een gevoelige mentaliteit, die alle objectiviteit in de Christus zou missen! Hij ging in zijn denken en in zijn preken altijd heen van de soteriologische naar de theologische Christus; dat wil zeggen: het gaat, o volk van God, niet om uw zaligheid, maar het gaat om de God der zaligheid. Zijn bevindelijke inslag in elke preek was gezond en gebouwd in en uit het Woord van God. Als Wisse preekte luisterde ieder. Hij wist rondom de kansel samen te roepen de velen, die anders de kerkdeuren liefst passeren. Wanneer Wisse een ‘tijdrede’ hield, dan moest men al heel vroeg op stap, wilde men van een plaats verzekerd zijn. Wat kon hij dan met het wetenschappelijk materiaal, dat hij voor het grijpen had, communist en socialist en materialist striemen, en wat kon hij tegelijk een ontdekkend element in elke tijdrede dragen, waardoor geen ziel ongewaarschuwd de kerk verliet.” (…)
„Zolang onze Christelijke Gereformeerde Kerken in dit voetspoor gaan, is er voor hen toekomst. Ik zie geenszins voorbij, dat er ook in onze Kerken iets aan het kenteren is, en dat vraagstukken oprijzen, die niet eenstemmig beantwoord zullen worden. Dit alles behoeft ons echter geen vrees aan te jagen, als de waarheid, die naar de godzaligheid is, ongerept en onverzwakt haar plaats zal blijven behouden.
Wisse wist het tere evenwicht te ontdekken en te bewaren tussen hoofd en hart, tussen geloof en gelovige, tussen Zaligmaker en zaligheid, tussen objectief kennen van Christus voor ons en subjectief doorleven van Christus in ons. De functionering uit de Heilige Geest, Die het profetisch, én priesterlijk, én koninklijk ambt van Christus tot klaarheid brengt in de gelovige, was de organische grootheid van zijn denken en van zijn prediking.
In zijn laatste tijdrede, getiteld ”De Russische kunstmaan”, gehouden 7 november 1957 in de Koninginnekerk te Rotterdam, noemt hij zichzelf op het titelblad „een religieuze kijker.” Inderdaad, hij had een heldere ‘kijk’ op wereld, kerk en staat, en hij wist steeds lijnen te trekken waarin de christen de gouden draad van de komende Rechter zag glinsteren.”
Uit: ”Professor Wisse. Aspecten van leven en werk”, uitg. De Groot, Goudriaan, 1993.