Supermelkkoe niet eerder ziek
Tegen de heersende verwachting in blijken koeien met een zeer hoge melkproductie niet vatbaarder voor ziekte dan koeien die minder melk geven.
Dat blijkt uit resultaten van het door NWO gefinancierde promotieonderzoek van drs. Esther Kornalijnslijper. Zij maakte het resultaat afgelopen donderdag bekend tijdens een symposium over dierwelzijn in Utrecht.
Het idee heerste dat koeien die heel veel melk produceren eerder ziek worden omdat er te veel van hun lichaam wordt geëist. Om dit idee te toetsen, infecteerde Kornalijnslijper een aantal koeienuiers met de bacterie E. coli, die uierontsteking veroorzaakt. Vervolgens bestudeerde de onderzoekster hoe lang het duurde voordat de ziektekiemen uit het lichaam van de koeien waren verdwenen. Er bleek geen verschil te zijn in het ziekteverloop tussen koeien met een hoge en koeien met een lage melkproductie.
Voor haar onderzoek infecteerde de promovendus 36 melkkoeien. Op basis van hun productie in de voorgaande melkperiode selecteerde de onderzoekster achttien hoogproductieve koeien uit de proefboerderij van onderzoeksinstituut ID-Lelystad. Deze groep vulde zij aan met achttien koeien die onder aan de ranglijst van het bedrijf waren geëindigd. Gedurende drie weken voor en drie weken na het kalven nam Kornalijnslijper bloed en melk af om het ziekteverloop te volgen.
Verrassend genoeg vertoonden beide groepen dieren hetzelfde ziekteverloop. De onderzoekster concludeert hieruit dat de afweer tegen uierontsteking van de hoogproductieve koeien niet direct wordt aangetast door hun melkproductie.
Met deze conclusie wil de onderzoekster overigens geen pleidooi te houden voor het onbeperkt verhogen van de melkproductie van koeien. Bij deze discussie spelen veel andere aspecten een rol, zoals de voedingsconditie van de koeien op het bedrijf. Tijdens het experiment zijn de koeien individueel gevoerd en hebben ze in alle gevallen voldoende en goed voer gekregen. Onder praktijkomstandigheden is dit niet altijd even makkelijk te realiseren.
Ook is in dit onderzoek slechts de afweer van de koe gemeten en niet haar welbevinden. Dit maakt het stellen van ethische en welzijnsvragen des te belangrijker.