De Kamer vroeg opheldering over gegevens die naar boven kwamen na de publicatie op WikiLeaks van ongeveer 77.000 geheime stukken. Daaruit zou het beeld oprijzen dat de oorlog veel grimmiger en bloediger was dan was bekendgemaakt.

Volgens de ministers gaat het vooral om beschrijvingen van patrouilles, meldingen van incidenten en gespreksverslagen. Het is ruwe en veelal nog niet beoordeelde informatie, schrijven ze, die geen nieuw licht werpt op de bekende situatie. In hun ogen hebben ze de Tweede Kamer steeds een zo getrouw mogelijke inschatting gegeven over de ontwikkelingen in Afghanistan.

De ministers hebben op dit moment ook geen aanwijzingen dat in de documenten iets nieuws staat over de betrokkenheid van Nederlandse militairen bij gebeurtenissen. Nederlandse militairen hebben volgens hen ook niet meegedaan aan operaties van de Amerikaanse Task Force 373, die niet onder ISAF viel.

Ook is het volgens hen gemeld als Nederlandse militairen slachtoffers maakten onder burgers. Vanwege onzekerheden kan Defensie overigens niet zeggen of deze registratie volledig en juist is. Verhagen en Van Middelkoop wijzen erop dat het niet altijd goed mogelijk was om bij gevechten vast te stellen of een slachtoffer een burger was of een vijandelijk strijder en of het slachtoffer wel of niet daadwerkelijk door Nederlands toedoen was gevallen.

De ministers ontkennen verder dat Nederland na een operatie bij Chenartu een pro-actieve publiciteitscampagne heeft ingezet om politieke schade te voorkomen, zoals op WikiLeaks stond. Bij dat plaatsje hebben de Nederlanders vier burgers gedood.

Verder wilde de Kamer weten of het klopt dat Pakistan heimelijk steun geeft aan de Afghaanse Taliban, die in Pakistan verblijven en dat hun luchtsteun is gegeven. De ministers erkennen dat er berichten bestaan over onderlinge contacten maar dat er geen aantoonbare bewijzen zijn dat de Pakistaanse staat de Afghaanse Taliban formeel en actief ondersteunt.