Economie

Duurzaam oogsten op onderwaterakker

A/B MS PHOCA – Na jaren experimenteren begint de vangst van mosselzaad via nieuwe technieken in de Waddenzee zijn vruchten af te werpen. Speciale installaties leveren steeds meer zaad op, bestemd voor kweekpercelen elders. „De meeste Zeeuwse mossels komen hier vandaan.”

29 July 2010 09:17Gewijzigd op 14 November 2020 11:19
De ms. Phoca komt langszij bij mosselkotter WR10 Johan Prins. Foto RD
De ms. Phoca komt langszij bij mosselkotter WR10 Johan Prins. Foto RD

Vanuit de haven van Den Helder stoomt inspectieschip ms Phoca richting het wad. Buitengaats doemt al snel de eerste mosselzaadinvanginstallatie –kortweg mzi– op: een perceel van zo’n 55 hectare, waarop enkele tientallen lange zwarte buizen rustig in het water dobberen.

Zo op het eerste gezicht niets bijzonders. Maar onder water gebeurt het: de nylon netten die aan de buizen hangen, zitten vol mosselzaad. Jan van Dijk, van het ministerie van LNV: „De netten, 100 meter lang en 3 meter hoog, zijn eigenlijk net akkers. Tussen april en november wordt er driemaal geoogst.”

Al in 2001 begonnen de eerste proeven met de mzi’s, nog vóórdat de strijd tussen mosselsector en milieuclubs in volle hevigheid losbarstte.

Die laatsten pleitten steeds vuriger voor een verbod op de vangst van zaad van de natuurlijke mosselbanken in de Waddenzee. Daarbij zou volgens hen de toch al gevoelige bodem steeds verder worden aangetast.

In 2008 boekten de natuurorganisaties succes, toen de Raad van State het opvissen van mosselzaad in de Waddenzee verbood. Alle hens aan dek, en niet alleen in Yerseke. Gedwongen door deze tegenslag zetten de vissers, met steun van LNV, in op de verdere ontwikkeling van de mzi’s.

Met succes, zo wil LNV met een boottocht langs enkele van de in totaal negen mzi-locaties laten zien. Van Dijk: „Haalden de vissers vorig jaar nog 
8 miljoen kilo zaad naar boven, dit jaar komen ze naar alle waarschijnlijkheid uit op 
zo’n 11 tot 14 miljoen kilo. Daarmee bewijst de mzi zich steeds meer als duurzaam alternatief voor de bodemvangst.”

De mossellarven hechten zich op natuurlijke wijze aan de netten en groeien in een paar maanden tijd uit tot babymosseltjes van 1 à 2 centimeter groot. Na de oogst brengt de visser het mosselzaad naar de kweekpercelen, waar het in zo’n duizend dagen tijd uitgroeit tot volwassen mossels, rijp voor consumptie.

Hoe de oogst in zijn werk gaat, is even later te zien als de Phoca langszij komt bij WR10 Johan Prins, eigendom van mosselproducent Prins & Dingemanse uit Yerseke. De omgebouwde kotter bevat een speciale oogstmachine. Die heeft wel wat weg van een autowasserette: aan weerszijden borstelt het apparaat het mosselzaad in nog geen twintig minuten van het net, vangt het op en pompt het zwarte grut in het ruim van de kotter.

Prins & Dingemanse behoorde in 2001 tot de pioniers op mzi-gebied. De techniek is inmiddels ver doorontwikkeld, zegt Ronald de Vos van de mosselgigant. „De kans dat het mosselzaad zich aan de netten hecht is bijna 100 procent. Met een goede behandeling kan daarna ook het kweekrendement fors omhoog, waarmee we van een gelijk aantal kilo’s méér mosselen kunnen kweken.”

Om de totale consumptiemarkt te bedienen én de bodemvangst van mosselzaad helemaal overbodig te maken, is per jaar 40 miljoen kilo mosselzaad nodig. In 2020 moeten de mzi’s in die behoefte voorzien. Het liefst zien de natuurorganisaties dat de mzi’s daarna verkassen naar de Noordzee, zodat ze de Waddenzee niet langer ontsieren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer