Winkeliers In de Banne teleurgesteld na uitspraak hof
AMSTERDAM – De 58 winkeliers van winkelcentrum In de Banne in Amsterdam-Noord die bij de rechter protesteerden tegen de zondagsopening van concurrerende ondernemers hebben teleurgesteld gereageerd op de uitspraak van het hof van Amsterdam van vanmorgen.
Dat zegt hun advocaat, mr. T. van Vugt.
Op 10 juli vorig jaar stelde de Amsterdamse voorzieningenrechter in een door de 58 aangespannen zaak dat het stadsdeelbestuur niet heel Amsterdam-Noord als toeristisch had mogen bestempelen. De verordening die Amsterdam-Noord aanwees als toeristisch gebied werd daarbij buiten werking gesteld.
Ondanks deze uitspraak bleef een groot aantal winkeliers in Amsterdam-Noord de deuren op zondag openen, waarna de 58 bij het stadsdeel aandrongen op handhavende maatregelen.
Dinsdag stelde het hof in Amsterdam de stadsdeelraad Amsterdam-Noord, die hoger beroep instelde tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter, echter in het gelijk. Het stadsdeel hoeft geen sancties uit te vaardigen, omdat de uitspraak van de voorzieningenrechter juridisch gezien geen consequenties kan hebben voor alle overige winkeliers dan de 58 die zich hadden aangesloten bij het geding. Voor de niet-protesterende ondernemers blijft de door Amsterdam-Noord bepaalde verordening dat Amsterdam-Noord een toeristisch gebied is gewoon van kracht, aldus het hof dinsdagochtend. Een verbod op de zondagsopenstelling in Amsterdam-Noord is daarmee van de baan.
„Een juridisch-technische aangelegenheid”, noemt Van Vugt het arrest van het hof van vanochtend. „Mijn cliënten hebben bereikt dat de rechter de verordening buiten werking stelde. Maar dat blijkt onvoldoende te zijn om af te dwingen dat de winkels ’s zondags dicht blijven in Amsterdam-Noord.”
In het arrest van het hof speelt de scheiding der machten een belangrijke rol. Verordeningen van lagere overheden die op democratische wijze tot stand komen, laat de rechter veelal ongemoeid.
Door de juridisch-technische insteek is het hof niet toegekomen aan het twistpunt of het toerisme in Amsterdam-Noord daadwerkelijk dusdanig substantieel is dat Amsterdam-Noord zich op de zogeheten toerismebepaling van de uit 1996 daterende Winkeltijdenwet had mogen beroepen.
In zijn oordeel van 10 juli vorig jaar meende de voorzieningenrechter van niet. „Dat aspect van de bestreden uitspraak blijft dus overeind”, concludeert Van Vugt.