In de eerste zeven maanden zijn er al 28 gevallen van schendingen van de godsdienstvrijheid van christenen gemeld, die te wijten waren aan „onverdraagzame groepen die het op christenen hebben voorzien”, schrijft het Setara Instituut voor Democratie en Vrede in een rapport. In heel 2008 waren er zeventien gevallen en in heel 2009 negentien. De organisatie noemt onder meer de gedwongen sluiting van kerken en het intrekken en opzettelijk vertragen van bouwvergunningen. Ook worden kerken soms vernield of in brand gestoken.

Het plaatsvervangend hoofd van het instituut, Bonar Tigor Naipospos, verwijt de president en de regering te zwijgen over de discriminatie, die meestal aan radicale moslims te wijten is. „Zij beschermen burgers onvoldoende. De aanvallers zijn brutaler geworden, omdat de wet te weinig wordt afgedwongen. Wij kunnen de incidenten niet laten voortduren, omdat dat de vrede in het land in gevaar brengt”, zegt Naipospos.

De woordvoerder van een protestantse kerk in een buitenwijk van de hoofdstad Jakarta bevestigt het relaas van het instituut. Zijn kerk ging in januari dicht, nadat „meer dan honderd moslims” voor de deuren hadden betoogd, omdat het gebouw illegaal zou zijn. „Wij voelden ons bedreigd en gediscrimineerd. Wij willen alleen maar een plaats om ons geloof in vrede te belijden”, zegt de woordvoerder.

Indonesië is het land met de meeste moslims ter wereld. Ongeveer 85 procent van de bevolking is moslim. Nog geen 10 procent is christen.