Dat bleek uit donderdag gepubliceerde kwartaalberichten van het pensioenfonds Zorg en Welzijn en de fondsen van Metaal en Techniek (PMT) en de Metalektro (PME).

De dekkingsgraad, die aangeeft of het vermogen van een fonds groot genoeg is om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen, daalde het sterkst bij Zorg en Welzijn. Bij dat fonds, met ruim 2,3 miljoen (oud-) werknemers veruit het grootste van de drie, zakte de dekkingsgraad tot 99 procent. In het eerste kwartaal voldeed Zorg en Welzijn met 109 procent nog aan de norm van DNB.

Bij PMT, dat ruim een miljoen deelnemers heeft, zakte de dekkingsgraad van 98 procent tot 91 procent. Bij PME, circa 680.000 deelnemers, zakte de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen met 6 procentpunt tot 93 procent.

De pensioenfondsen hadden het afgelopen kwartaal alle drie last van de lage rente en de onrust op de aandelenmarkten. Door de lage rente worden pensioenverplichtingen hoger. De zorgen over de sterk opgelopen overheidsschulden van diverse Europese landen en de twijfels over het herstel van de economie zetten tegelijkertijd de beurskoersen onder druk. De fondsen moesten daardoor verliezen incasseren op hun beleggingen in aandelen.