Dat heeft de voorzieningenrechter in Den Haag woensdag bepaald.

De rechter vindt dat de NMa de gekopieerde bestanden van de harde schijf van computers alleen mag inzien in het bijzijn van medewerkers van HBG. Daardoor kan het bouwbedrijf zeggen of gegevens privé-eigendom zijn van de betrokken directeuren. In dat geval kan HBG de bestanden terugeisen.

HBG heeft daarmee voor een deel gelijk gekregen. Het bedrijf wilde via het kort geding al zijn bestanden terugeisen. Het bouwbedrijf vond dat de NMa de gegevens, naast computerbestanden ordners vol papier, onrechtmatig had verkregen.

Zo had de NMa geen rechterlijke machtiging op zak. De rechter oordeelde dat de kartelwaakhond geen machtiging nodig had en vond dat de NMa-ambtenaren tijdens hun inval geen regels hebben geschonden. Zij zouden het kantoor niet hebben doorzocht, zoals alleen het openbaar ministerie bij strafzaken mag. HBG beweerde dat de NMa op „fishing expedition” was en lukraak had gezocht.

De rechter vond dat deze zaak met terughoudendheid moest worden behandeld. Had hij de gehele vordering van HBG toegewezen en was een hoger rechtsorgaan daarvan teruggekomen, dan had het onderzoek van de NMa naar kartels en prijsafspraken in de bouwwereld „hoogstwaarschijnlijk onherstelbare schade opgelopen”, oordeelde hij.

Een woordvoerder van HBG zei in een reactie dat de uitspraak „duidelijke positieve en negatieve kanten heeft.” Het bedrijf overweegt nog of het in hoger beroep gaat. „Daar wordt nog wel een vergadering aan gewijd.”

Voor de NMa was de uitspraak belangrijk: „We mogen doorgaan met de manier waarop wij ons werk doen”, zei een woordvoerster. „Stel dat de rechter de vordering aan HBG had toegewezen, dan zou voor ons het opsporen van kartels erg moeilijk zijn geworden.” Zij wist nog niet hoe HBG en de NMa samen de harde schijven gaan bekijken.