De onderwijsorganisaties overhandigden het instituut een kader, waaruit de toetsenmaker kan besluiten of een toets wel of niet aanvaardbaar is voor het reformatorisch onderwijs. Daarnaast kreeg het Cito een lijst van auteurs van christelijke kinderboeken. „Wij moeten bij hen zichtbaar maken waar onze pijnpunten liggen”, aldus P. W. Moens, beleidsmedewerker identiteit bij de VGS.

„Concrete zaken hebben ze nog niet toegezegd, maar duidelijk was dat het Cito niet de intentie heeft om christenen te kwetsen met grof taalgebruik of vloeken in zijn toetsen”, merkte Moens. „Zijn doel is het maken van goede toetsen. We merken alleen dat opvattingen en leefwereld van de toetsenmakers totaal verschillend zijn van de onze.”

Het gaat dan met name om sport op zondag, film, toneel en popmuziek, aldus Moens. „Die thema’s liggen in onze kring gevoelig, maar zijn voor het Cito geen probleem. Het is goed dat wij dit eens bij het instituut onder de aandacht brengen.”

Het Cito maakt toetsen voor zo’n 8000 scholen. Het moet daarbij rekening houden met een grote pluriformiteit bij de gebruikers. „En het Cito heeft nu eenmaal geen christelijke grondslag.”

A. Geneuglijk, leraar aan de christelijke basisschool Eben-Haëzer in Lekkerkerk, zwengelde de kwestie eind mei aan, nadat hij grof taalgebruik had geconstateerd in een luistertoets. Diskjockey Giel Beelen gebruikte de Naam van God daarin volgens hem enkele malen op ongepaste wijze. Een andere taak bevatte een fragment uit een boek van schrijver Roald Dahl, die op spottende wijze omging met de Naam Heere.

De voorlichter van het Cito betreurde de situatie, maar zag toen geen aanleiding om de bestaande procedure te wijzigen.