CGK-vrouwen houden TUA-bieb up-to-date
APELDOORN – Op de doos staat een grote ”R” van „rariora”: zeldzaamheden. Een van die zeldzaamheden in de doos is een handgeschreven briefje van ds. H. de Cock – vanuit de gevangenis, aan zijn vrouw en gemeente en mét censuurdoorhalingen.
Het unieke briefje is typerend voor de bibliotheek van de christelijke gereformeerde Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). De ”R” is door prof. dr. J. van Genderen bedacht en het briefje komt van prof. dr. W. van ’t Spijker. Hoe hij eraan gekomen is? Nikè van der Mijden-Groenendijk, bibliothecaresse: „Geen idee, misschien van prof. J. Hovius?”
Zo komen er rond één briefje al heel wat bekende Apeldoornse namen bij elkaar. Korte lijntjes en veel ouderwets handwerk zijn dan ook het onderscheidende kenmerk van de bibliotheek. „Soms zit je op je knieën een schroefje in een scheve boekenkast te draaien”, gebaart Van der Mijden, „en even later zit je achter je computer de catalogus bij te werken. Je moet hier echt een duizendpoot zijn.”
Stapeltje
Toen de Christelijke Gereformeerde Kerken in 1894 met hun predikantsopleiding in Den Haag begonnen, beschikte de ‘bibliotheek’ nog over weinig meer dan een stapeltje studieboeken, zegt bibliotheekmedewerker Christa Boerke. Ze verdeelt haar tijd aan de TUA tussen een promotieonderzoek en werk in de bibliotheek. „Langzaam maar zeker werd de opleiding wetenschappelijker en ontstonden er steeds meer vakgebieden. De collectie groeide mee.”
De school verhuisde in 1919 naar het Wilhelminapark in Apeldoorn. Onder prof. Van Lingen en prof. Wisse was er vooral belangstelling voor de Nadere Reformatie, aldus Boerke. „Langzamerhand groeide ook de aandacht voor de Reformatie, mede door het onderwijs van de hoogleraren Hovius, Van Genderen en Van ’t Spijker. Prof. dr. W. H. Velema zorgde voor een impuls van boeken op het terrein van de ambtelijke vakken, zoals psychologie, catechetiek en predikkunde.”
Tegenwoordig is de TUA „helemaal bij” met de aanschaf van hoogwetenschappelijke studies, zegt Boerke. Ze wijst op een kast vol nieuwe, prijzige aanwinsten. „Het is dan natuurlijk wel van belang dat de bibliotheek financieel de vinger aan de pols houdt. Maar dat gebeurt nauwgezet.”
Wie financiën zegt in de Apeldoornse bibliotheek, zegt automatisch ook vrouwencomité. Decennialang stopten de christelijke gereformeerde huismoeders hun kleingeld in een busje, dat eens per jaar werd opgehaald door een vrijwilliger van het vrouwencomité. Van der Mijden mocht de afgelopen jaren op de schooldag de opbrengst in ontvangst nemen. „Ieder jaar is er weer een prachtig resultaat. Ik denk dat andere bibliotheken daar wel eens jaloers op zijn. Als de vrouwen er niet waren, hadden we op de TUA niet zo’n mooie collectie gehad.”
Mede dankzij de vrouwen heeft de TUA stevig kunnen investeren in exegetisch werk en diepgravende commentaren bij de Bijbel. Schriftuitleg is aan de zo sterk op de Bijbel georiënteerde TUA altijd een speerpunt geweest. Studenten wordt geleerd met commentaren om te gaan, ook met historisch-kritische. Boerke herinnert zich nog dat prof. Versteeg voor de studenten een lijst had gemaakt waarop precies stond aangegeven welk commentaar hij bij welk Bijbelboek het beste vond. „Voor de bibliotheek werkte dat zo natuurlijk niet: meestal werden toch complete series aangeschaft.”
Verder is er een collectie in bruikleen van de Stichting Studie Nadere Reformatie (SSNR), die grotendeels in de kluis is beland. Daar staat veel „teer en broos” materiaal, zoals originele acta van de Dordtse synode van 1618-1619 en vroege drukken van bijvoorbeeld Calvijns Institutie en werk van Voetius.
Pas kortgeleden ontdekten de bibliotheekmedewerkers dat ze „best trots” mochten zijn op de grote en goed beschikbare brochurecollectie: ongeveer 4500 stuks, met veel tijdredes en vlugschriften, onder andere uit de tijd van de Afscheiding. „Het is geen wetenschappelijk werk, maar werd door het volk massaal gelezen. Heel leuk voor de Nederlandse kerkgeschiedenis.”
Krent
Door de korte lijntjes heeft de bibliotheek binnen de universiteit een bijzondere ‘partner’: boekenvereniging De Krent, die boeken inkoopt bij emeritus predikanten, om ze zonder winst door te verkopen binnen de TUA. Van der Mijden: „Als wij door een schenking iets dubbel hebben of niet zo veel kunnen met een aanbod, verwijzen we door naar De Krent. In ruil daarvoor mogen wij als eerste naar hun aanwinsten kijken, om te zien of er nog iets leuks bij zit. Zo helpen we elkaar binnen de TUA-gemeenschap.”
Uniek briefje van ds. De Cock
APELDOORN – „Lieve vrouw, zuster in den Heere en geliefde gemeente des Heeren…” Een handgeschreven briefje van ds. H. de Cock vinden de beide bibliotheekmedewerkers van de TUA een van de topstukken van de collectie.
Ds. De Cock was in 1834 de eerste predikant die zich samen met zijn gemeente (Ulrum) afscheidde van de Nederlandse Hervormde Kerk. Ds. De Cock werd vanwege „verstoring van de rust” tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld en met zijn gezin uit de pastorie gezet.
Het briefje dat in het bezit van de TUA is, schreef ds. De Cock vanuit de gevangenis aan zijn vrouw. „Maar laat ons onszelven lieve vrouw, geen vrijheid voorstellen daar ons banden en boeien voorzegd zijn: de Heere geve ons maar lijdzaamheid om den loopbaan des geloofs te lopen. [doorhalingen] (…) Ik zend voor u en onze kinderen hier nog een stukje koek, geef hen allen een kus van en voor mij en vermaan hen gedurig tot de vreze des Heeren, Helenius ook houdende bij het leeren van den Catechismus, beter dan ik helaas gedaan heb, en gij kinderen weest moeder in alles gehoorzaam in de vreze des Heeren (…).”
Dit is het eerste deel in een serie over theologische bibliotheken in Nederland.