De varende prinses
Prinses Margriet en de koopvaardij horen bij elkaar. In het Maritiem Museum in Rotterdam opende de prinses vrijdag een tentoonstelling over die relatie.
Prinses Margriet heeft haar huis in Apeldoorn recent flink laten verbouwen. In de aanloop daar naartoe zag zij haar verzameling scheepsmodellen weer: een zilveren VOC-schip, een punter, een botter, de Urker UK67 en nog meer. Na contact met het Maritiem Museum ontstond het idee een expositie te organiseren. Tot 9 januari zijn de scheepsmodellen te zien in de tentoonstelling ”Prinses Margriet. Boegbeeld van de koopvaardij”.
De expositie laat zien dat de band tussen prinses Margriet en de koopvaardij er al vanaf haar geboorte is. Jeroen ter Brugge, hoofd collecties van het museum: „In 1943 was er geen actief veldleger meer. Er waren nog wel veel Nederlandse koopvaardijschepen in de vaart. Aan het begin van de oorlog waren er 843 die voor de geallieerde zaak voeren. Zij hebben een grote rol gespeeld bij de bevoorrading van de geallieerde troepen: voedsel, munitie. Andere schepen zijn ingezet voor troepenverplaatsingen en als hospitaalschip. De koopvaardij bracht echter ook grote offers. Regelmatig vielen de Duitsers en de Japanners schepen aan. Uit solidariteit met de koopvaarders hebben prinses Juliana en prins Bernhard vlak voor de geboorte van Margriet aan de reders voorgesteld hun nieuwe kind petekind van de koopvaardij te laten zijn.”
Op 19 januari 1943 kwam prinses Margriet ter wereld in het Canadese Ottawa. Daar werd zij gedoopt. Haar doopjurk is in Rotterdam voor het eerst te zien. „Die is op de zolders van Paleis Soestdijk gevonden.”
De koopvaardij verliest tijdens de oorlog 421 schepen. Dat slaat diepe wonden. Veel bemanningsleden komen niet meer thuis. „Om de nabestaanden te ondersteunen werd al in de oorlog een fonds opgericht dat de familieleden en soms ook gehandicapt geraakte bemanningsleden moest helpen. In 1943 ging dit het Prinses Margriet Fonds heten.”
Maurits
Sinds haar geboorte is de koopvaardij niet meer weg te denken uit het leven van de prinses. Elk jaar krijgt ze op haar verjaardag een cadeau van de Nederlandse reders. Toen de oudste zoon van prinses Margriet –Maurits– werd geboren, kwamen van tal van Nederlandse koopvaardijschepen felicitatietelegrammen binnen. En prins Maurits werd net als zijn moeder petekind van de koopvaardij.
Regelmatig krijgt de prinses ook uitnodigingen om een schip officieel zijn naam te geven. „Zij is de recordhoudster schepen dopen. Meer dan vijftien.” Op 8 juni doopte de prinses in Hoek van Holland de veerboot Stena Hollandica, die op de route Hoek van Holland-Harwich vaart.
Het was ook prinses Margriet die in 1957 in Rotterdam –vlak naast de huidige Erasmusbrug– het nationaal monument De Boeg onthulde ter nagedachtenis aan de zeelieden die tijdens de oorlog het leven hadden verloren op zee. Het zijn allemaal aspecten die terugkeren in de deeltentoonstelling –er zijn extra activiteiten voor kinderen– van het Maritiem Museum.
Geen sieraad maar een zeilboot
In 1959 laat prinses Margriet in Rozenburg een fles champagne kapotspatten tegen de romp van de kolossale olietanker Mohamed Reza Shah. De sjah van Iran is aanwezig bij de naamgeving en tewaterlating. Ook koningin Juliana en prins Bernhard wonen de plechtigheid bij.
Zoals gebruikelijk in de scheepswereld zal prinses Margriet ter herinnering een cadeau krijgen aangeboden. Als een vrouw de naamgeving verricht, krijgt zij meestal een mooi sieraad. In een leuke film –onderdeel van de expositie– vertelt prinses Margriet dat zij als zestienjarige heel andere interesses had. Zij is dan bezig met paardrijden, zwemmen en zeilen. Daarom vraagt zij of het mogelijk was wat anders te krijgen. Dat kan. De prinses vraagt daarop een kleine zeilboot.
Na de plechtigheid rijdt het gezelschap naar een andere plaats op het terrein van de scheepsbouwer Verolme. Daar staat een kleine zeilboot van het type vrijheid op haar te wachten. Later overhandigt de sjah haar alsnog een doos met een mooi sieraad erin. Achteraf schaamt zij zich voor haar opstelling.