Commentaar: Misplaatst schoonheidsideaal
Kinderen baren die uitblinken in schoonheid, ligt binnen handbereik. Dat zeggen althans de initiatiefnemers van een datingsite die ouders in contact kan brengen met goed uitziende en intelligente mensen die sperma- of eicellen willen doneren. De eigenaren van de site hebben „lelijke mensen” strikt verboden zich als donor te registreren.
Afgezien van de ethische vragen die er zeker zijn te stellen bij reageerbuisbevruchting, is dit een decadent initiatief. Het is een exponent van het verwrongen denken over schoonheid dat diep geworteld is in onze samenleving.
Het schoonheidsideaal in onze maatschappij is synoniem geworden met een knap uiterlijk en met aantrekkelijkheid. Wat daar in deze tijd onder wordt verstaan, tonen de covers van allerlei dames- en herenbladen. Een mooi lichaam is zo langzamerhand het hoogste ideaal, waar mensen bijna alles voor over hebben. Zij ontzeggen zich de goede dingen van het leven om er maar jong, slank en welgevormd uit te zien. Het gaat erom strak in het vel en strak in het pak te zitten.
Wanneer deze uiterlijke schoonheid naar onze smaak in mindere mate aanwezig is, wordt het uiterlijk cosmetisch opgevijzeld; soms met redelijk betaalbare hulpmiddelen, soms met dure ingrepen. Vorig jaar werd in een Brits onderzoek geconcludeerd dat 80 procent van de vrouwen in Engeland vroeg of laat een cosmetische ingreep ondergaat. Feitelijk gaat het om een poging om de werkelijkheid, de ware gedaante te verbloemen.
Natuurlijk kunnen er goede redenen zijn om een chirurgische ingreep te ondergaan of anderszins iets aan het uiterlijk te doen. Voor mensen die bijvoorbeeld opzichtige littekens hebben, kan plastische chirurgie een uitkomst zijn.
Het punt is echter dat veel mensen zo druk zijn met hun uiterlijk, dat ze zich niet realiseren dat ze een verkeerd idee van schoonheid nastreven.
Uiterlijke schoonhuis wordt in de Bijbel zeker benoemd en gewaardeerd. Rachel was schoon van gedaante en van aangezicht. David was dat ook. En de bruid uit het Hooglied werd omschreven als „zeer schoon.” Er was dus in de Bijbeltijd zeker aandacht voor lichamelijke schoonheid. Nergens in het Woord van God wordt daarom een pleidooi gevonden om het uiterlijk te verwaarlozen.
Maar de Bijbel leert dat het daar uiteindelijk niet om moet gaan. Het Woord van God zegt dat de Heere niet, zoals de mens, kijkt naar hetgeen voor ogen is. Nee, Hij ziet het hart aan. Schoonheid heeft in de Bijbel daarom niet primair met het uiterlijk te maken, maar juist met het innerlijk. Ze valt samen met waarachtigheid en oprechtheid. De mens is geschapen als drager van het beeld van God. Alleen wanneer dat blinkt, is er sprake van werkelijke schoonheid. Alle uiterlijke aantrekkelijkheid, al dan niet bereikt met cosmetica, is niet meer dan windowdressing.
Zo kan een kind met het syndroom van Down dat in kinderlijke eenvoudigheid God dient, meer schoonheid vertonen dan een welgevormde baby die met behulp van sperma van een topatleet is verwekt. Evenzo kan een hoogbejaarde vrouw met een gerimpelde huid en trillende handen schoner zijn dan een slanke jongedame van goed twintig jaar. Als tenminste bij de oude oma een gerijpte vrucht van het leven naar Gods beeld schittert.
Wie zich bewust is van de Bijbelse opvattingen over schoonheid zoekt niet primair naar aantrekkelijkheid maar naar waarheid en oprechtheid. Naar onze decadente, westerse maatstaven was er geen enkele aantrekkelijkheid in Christus te vinden toen Hij naar het kruis ging. Maar wie gelovig verder kijkt, ziet in Hem, hangend op Golgotha, juist een oneindige en onuitsprekelijke schoonheid.