In ieder geval de twee composities van de Franse barokcomponisten Clérambault en Couperin die het hart van deze cd uitmaken. De ”Suite du deuxième Ton” van de eerste heeft de klassieke opbouw: Plein Jeu (prestantenplenum) en Grand Jeux (plenum van de tongen), met daartussenin de deeltjes waarin de solostemmen blinken. Uit de ”Messe pour les Convents” (mis voor de kloosters) van Couperin speelt Van de Laar acht delen. Ook hier krijgt het drieklaviersorgel (46 stemmen), volgens kenners een van de mooiste voorbeelden van het Franse barokorgel buiten Frankrijk, alle kans om zich in al zijn schoonheid te presenteren.

Van de Laar, sinds 1976 organist in de Sint-Lambertuskerk, heeft ervoor gekozen om de hartdelen van de cd te omlijsten met drie Bachpilaren. Midden in de tweede triosonate (BWV 526), mooi doorzichtig gespeeld. Aan het begin de grote plenumfantasie over ”Komm, Heiliger Geist” (BWV 651) en het heerlijke trio over ”Allein Gott in der Höh sei Ehr” (BWV 664). En als majestueus slot de grote Praeludium und Fugue in h-moll (BWV 544), enthousiast uitgevoerd.

Aan de hier en daar te signaleren trend om cd’s zonder programmatoelichting te produceren, doet Van de Laar gelukkig niet mee. Heel informatief is wat Henk Verhoef schrijft over de achtergrond van de Franse barokmuziek in combinatie met Helmond en Bach.

Kortom, in alle opzichten een mooi visitekaartje.

Helmond – NL – St.-Lambertuskerk; Jan van de Laar; tuliprecords.nl (TURE 185007); € 18,50.