Antisemitisme, de altijd sluimerende bacterie
Sharon? Die wenst, zo blijkt „uit allerlei beleidsnotities”, maar één ding: een Israël „dat zich uitstrekt van de Nijl tot de Eufraat.” Antisemitische uitingen door jeugdige allochtonen? We moeten ze zien als „een vorm van integratie.” En de aanslagen van 11 september 2001? Die zijn „een zegening voor het multiculturele debat in Nederland” geweest.
Enkele uitspraken, opgetekend tijdens de dinsdag gehouden debatbijeenkomst ”Het nieuwe antisemitisme” in Amsterdam. Ruim 250 mensen waren naar cultureel centrum De Rode Hoed gekomen om de conferentie, georganiseerd in samenwerking met de Anne Frank Stichting, bij te wonen. Het symposium had tot doel zicht te krijgen op de oorzaken en gevolgen van het antisemitisme - dat wereldwijd steeds meer voet aan de grond begint te krijgen.
Tijdens het debat liepen de gemoederen zo nu en dan hoog op. „De kreet: „Sharon is een moordenaar” is wat mij betreft niet antisemitisch”, stelde Evelien Gans, bijzonder hoogleraar hedendaags Jodendom aan de Universiteit van Amsterdam. „De uitspraak dat Sharon Hitler is, wel. Dan zeg je in feite dat de Israëlische premier dezelfde politiek voorstaat als Hitler: een Endlösungspolitiek.”
„Maar dat ís ook zo”, riep een jonge allochtone vrouw van achter uit de zaal. „Hé, houd je …, ja!” beet iemand haar toe. „Beetje respect, ja!” was het weerwoord.
Gans was een van de vier forumleden die gisteravond met elkaar en het publiek het debat aangingen. De anderen waren publicist Mohammed Benzakour, journalist en auteur Rinke van den Brink en Nebahat Albayrak, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA.
„De aanleiding voor alle hedendaagse antisemitische uitingen is het conflict in het Midden-Oosten”, zei Van den Brink. Benzakour was het met hem eens. „Ik denk dat het ook goed is om te melden dat het antisemitisme in de Arabische wereld vooral de kop heeft opgestoken na de grote golven van zionisten in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Dáár ligt het ijkpunt. Voor die tijd genoten de Joden veel meer sympathie.”
„Maar was het niet gewoon vreemdelingenhaat ten opzichte van de Joodse immigranten, die de Arabieren destijds dreef?”, riep iemand. „Nee”, fulmineerde een ander, iets minder Israël-gezind. „De zionisten waren kolonialisten.”
Tariq Ramadan, docent filosofie aan het Collège de Genève en islamkunde aan de universiteit van Fribourg, pleitte voor „de dialoog, meer nog, de trialoog. We denken zo vaak in termen van wij en de ander. De Jood. De moslim. Velen hebben het altijd maar over dé islam. Terwijl er daarbinnen zoveel verschillende richtingen zijn.”
De islam is in haar wezen niet antisemitisch, beklemtoonde Ramadan. „Als u de koran leest, ziet u dat de profeet daarin heel divers over de Joden spreekt. ”Mensen van het Boek” noemt hij hen bijvoorbeeld.”
Islamitische leiders, aldus de inleider, „zullen antisemitische uitingen te allen tijde veroordelen. „Dit is de islam niet”, zullen zij zeggen. „Dit is tegen de islam.” Zulke uitingen zijn over het algemeen toe te schrijven aan de marginale positie waarin groepen in de samenleving zich bevinden. Wat wilt u ook: als je geen huis hebt, of geen baan.”
Ramadan riep op nooit met twee maten te meten. „Moslims niet, maar Joden ook niet. Dus moeten de laatsten ook niet doen alsof de staat Israël alleen de Joden toebehoort - en christenen en moslims tweederangsburgers zijn. Gelijke rechten voor iedereen. En als we zeggen dat de Joden geléden hebben en dat nóg doen, moeten we niet uit het oog verliezen dat moslims eveneens lijden. Zelfkritiek moet ons sleutelwoord zijn.”
Michael Stein, Midden-Oostendeskundige en voormalig redacteur van NRC Handelsblad, die gistermiddag ook een lezing verzorgde, verklaarde na afloop daarvan „verontrust” te zijn over de inhoud van Ramadans referaat. „Wat hij doet, is in feite antisemitisme en antimoslimgevoelens op één hoop gooien. En marginalisering de enige oorzaak van antisemitisme? Onzin. Ik heb het meegemaakt in het Midden-Oosten. Puur antisemitisme, vanuit welgestelde kringen.”
Steins lezing was dinsdag de meest uitgesprokene waar het ging om het demonische gezicht van het hedendaagse antisemitisme. Met een overvloed aan voorbeelden toonde hij aan dat de Arabische wereld maar één ding op het oog heeft: de ondergang van Israël - of liever gezegd: van de ”zionistische entiteit”.
„De middeleeuwse christen schreef de pestepidemieën toe aan de Jood. De moderne moslim doet exact hetzelfde - en betrekt daar tegenwoordig ook de Verenigde Staten nog bij. De Joden zouden de aids-epidemie hebben veroorzaakt, zouden groente en fruit vergiftigen. In soapseries gaat het over de leugenachtige, hebzuchtige Jood, met wie het niet mogelijk is vrede te sluiten. De Joden zouden ook achter de globalisering zitten.
Antisemitisme is een altijd sluimerende bacterie, zeker in tijden van crisis. Zelfs als de Arabische overheden nú zouden ingrijpen, zouden ze de geest -die ze zelf uit de fles hebben opgeroepen-, niet meer kunnen terugstoppen. En de desastreuze gevolgen daarvan zullen we allemaal merken.”