Nederland bij vijf beste landen op ICT-gebied
AMSTERDAM (ANP) – Nederland staat op de vijfde positie van de wereldwijde ranglijst van internationale concurrentieposities op ICT-gebied. Vorig jaar bekleedde ons land nog de derde plaats. Dit blijkt uit de jaarlijkse lijst van de Economist Intelligence Unit en IBM die dinsdag is gepubliceerd.
De iets lagere positie komt door nieuwe criteria in het onderzoek en de inhaalslag van andere landen. Voor het eerst is nu ook de kwaliteit en snelheid van de verbindingen meegenomen. Nederland beschikt weliswaar over een uitstekend breedbandnetwerk, maar niet over het modernste glasvezelnet of 4G mobiele netwerk.
Vooral het innovatiebeleid op IT-gebied biedt ruimte voor verbetering. Als geheel scoort ons land op IT-gebied wel een voldoende. In het overheidsbeleid bij de zorg, onderwijs en het verkeer speelt ICT in vergelijking met andere landen een te kleine rol.
In de top van de ranglijst zijn verder de Scandinavische landen prominent aanwezig. Zweden staat op de eerste plaats, gevolgd door Denemarken. Finland hoort tot de grootste stijgers; dit land klom van de tiende plaats naar de vierde. Noorwegen is terug te vinden op de zesde plaats. Op de derde plaats is de Verenigde Staten te zien.
Nederland staat al tien jaar in de top van de lijst. „We zien echter ook dat Aziatische landen als Taiwan, Zuid-Korea en Japan snel klimmen op de ranglijst. Om competitief sterk te blijven moet Nederland daarom meer besteden aan ICT in innovatiebeleid en overheidsbeleid in het algemeen én investeren in de nieuwste breedband- en mobiele netwerktechnologieën”, zegt Frans Bentlage, Managing Partner Global Business Services van IBM in de Benelux.
Minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven erkent dat Nederland zich moet blijven verbeteren op het gebied van ICT-toepassingen. „ICT is een belangrijke aanjager van duurzame economische groei”, aldus de minister. Zij heeft daarom sinds 1 juni voor ICT-innovatie 50 miljoen euro gereserveerd.
De kwaliteit van de ICT-infrastructuur is gemeten aan de hand van bijna honderd criteria. Gekeken is onder meer naar technologische infrastructuur, bedrijfsomgeving, overheidsbeleid, sociale en culturele omgeving en juridische omgeving.