Minister Veerman van Landbouw stelde disndag in Luxemburg na overleg met Europees commissaris Fischler vast dat de deur voor financiële steun op een kier staat. „Fischler begrijpt de ernst van de situatie en gaat nu kijken of hij iets kan doen”, aldus een woordvoerster van de minister. Eerder diende de bewindsman een verzoek voor extra Europees geld in, maar toen kreeg hij nog nul op het rekest.

Fischler heeft volgens Veerman ook weinig geld in kas om iets te doen voor boeren buiten de bufferzones, die bijvoorbeeld geen hennen of broedeieren kunnen afzetten aan bedrijven binnen getroffen gebieden. Zij lijden daardoor groot inkomensverlies. Het eigenhandig verstrekken van steun aan deze boeren door de Nederlandse regering is al helemaal in strijd met de Europese regels.

De Europese Unie betaalt al wel de helft van de kosten voor het ruimen van besmette bedrijven en de preventieve ruimingen. Over de vergoedingen voor dieren die uit hun hokken groeien, vinden nog onderhandelingen plaats met Brussel. In principe betaalt de Europese Commissie hier ook aan mee. Over de totale ruimingskosten voor de pluimveesector tot nu toe zijn volgens het ministerie van Landbouw nog geen gegevens bekend.

Nederland kreeg dinsdag in Luxemburg overigens alle lof voor de aanpak van de vogelpestcrisis. „Nederland pakt dit goed aan”, aldus Europees commissaris Byrne (Volksgezondheid en Dierenwelzijn). Volgens Byrne heeft Nederland eigenlijk al meer gedaan dan vooraf was te eisen.

Veterinaire experts uit de lidstaten vergaderden in Brussel opnieuw over de situatie in Nederland, waar als gevolg van klassieke vogelpest in de provincies Gelderland, Noord-Brabant en Limburg strenge vervoersbeperkingen van kracht zijn. In Limburg worden die regels door militairen gecontroleerd.

Volgens een woordvoerder van de Europese Commissie is een besluit over verlenging van de maatregelen nog niet gevallen. Dat zal waarschijnlijk vrijdag het geval zijn. Als het aan de Commissie ligt, wordt de afzet van eendagskuikers van bedrijven buiten de zogenoemde beschermingszones met besmette en ernstige verdachte bedrijven niet vrijgegeven, zoals twee weken geleden wel was aangekondigd. „De toelating vervalt”, zei een woordvoerder.

De burgemeesters van de enclavegemeenten Baarle-Nassau/ Baarle-Hertog aan de Belgisch-Nederlandse grens verzetten zich tegen de verboden. In de gemeenten liggen 22 Belgische en 8 Nederlandse enclaves. De burgemeesters willen dat de transporten van pluimvee en pluimveevoer vanuit het moederland naar de enclaves zonder problemen kan plaatsvinden. Als de beperkende vervoersmaatregelen strikt worden nageleefd, is het voor veevoederbedrijven in de enclaves niet mogelijk te worden bevoorraad. De transporten moeten namelijk de landsgrenzen overschrijden.

Sinds de uitbraak van de vogelpest, begint maart, heeft het ministerie van Landbouw nu 197 gevallen van vogelpest in Nederland geregistreerd. In het plaatsje Leveroy, in de gemeente Nederweert, werd dinsdag een ernstige verdenking geconstateerd. Binnen een straal van een kilometer wordt het pluimvee geruimd. In dat gebied staan twee bedrijven.

Staatssecretaris Van Eijck van Financiën bezocht de douane in de Gelderse Vallei, waar de vogelpest het eerst werd aangetroffen. De bewindsman sprak met mensen van de Algemene Inspectiedienst (AID) en met pluimveeboeren. Sinds vorige week maandag controleren 200 douaniers de vervoersregels. Zij voeren 24 uur per dag controles uit in een strook van 25 kilometer landinwaarts vanaf de grenzen met Duitsland en België.