„De bestuurders Scheringa en Van Goor zijn zelf verantwoordelijk voor het faillissement, omdat ze te veel risico’s namen. De bank is niet kapotgemaakt, ze hebben hem zelf kapotgemaakt”, aldus Irrgang. Scheltema is ook vernietigend over het werk van DNB onder leiding van president Nout Wellink. „Een vergunning hadden ze nooit mogen geven, daarna is ten onrechte veel te zwak opgetreden.”

Irrgang pleit niet voor het aftreden van Wellink, maar stelt dat hij zich kan voorstellen dat de directie van DNB zich na deze kritiek en die eerder van de commissie-De Wit afvraagt of zij wel de beste bestuurders zijn voor DNB. Van een herbenoeming van Wellink kan „helemaal geen sprake zijn”, aldus Irrgang.

Hij vindt het jammer dat de rol van de politiek deels buiten beeld blijft in het rapport. „De veel te hoge provisies bij DSB waren wel gewoon legaal. Dat was de verantwoordelijkheid van toenmalig minister Gerrit Zalm van Financiën en van zijn opvolger Wouter Bos. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft het op zijn beloop gelaten.”

Irrgang vindt de reactie van minister De Jager op het rapport tegenstrijdig. „Hij neemt de kritiek over, maar spreekt wel expliciet zijn vertrouwen uit in de leiding van DNB. De minister moet zich afvragen of het proces niet gebaat is bij een nieuwe leiding.” Irrgang wil het liefst eerst Scheltema horen in de Kamer en daarna een debat met De Jager. Dat zou wat hem betreft in juli, in het zomerreces moeten.