Economie

Voorzitter CNV Jongeren: Als niemand voor je opstaat, ben je er niet

UTRECHT – Afgaand op de peilingen leek het er in mei héél even op dat IJmert Muilwijk (26) in de Tweede Kamer zou belanden. „Ik zat in de gevarenzone”, zegt de nummer tien op de kandidatenlijst voor de ChristenUnie. Maar het pakte anders uit. Gisteren werd hij benoemd als voorzitter van CNV Jongeren.

Marcel ten Broeke
29 June 2010 10:45Gewijzigd op 14 November 2020 11:02
Muilwijk. Foto CNV
Muilwijk. Foto CNV

Weemoedig is Muilwijk niet. Natuurlijk, de voormalig voorzitter van PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie, had zijn partij graag tien zetels gegund, in plaats van vijf. Maar voor zijn gevoel kan hij de komende jaren als voorzitter van de jongerenbond van vakorganisatie CNV minstens zo veel bereiken. „Het politieke spectrum is dermate chaotisch dat je de daadkracht van de politiek in de komende jaren niet moet overschatten. Links en rechts houden elkaar gegijzeld. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de vakbonden. Als de politiek faalt, regelen wij het gewoon zelf in de polder.”

Niet „rellen”, maar samenwerken wil Muilwijk daarom graag, bijvoorbeeld met werkgevers. „Ik ben niet het type dat overal altijd maar tegen is. Dat is ook niet de attitude van het CNV, in tegenstelling tot sommige andere bonden. Er is een aantal problemen in Nederland en die moeten we dringend oplossen. Pas als andere organisaties daaraan niet willen meewerken, hebben we een probleem.”

De geur van de polder is Muilwijk niet vreemd. Als bestuurder van het Christelijk Sociaal Jongeren Congres, waarin CNV Jongeren samenwerkt met de jongerenorganisaties van CDA, CU en SGP, snoof hij die in de afgelopen jaren al op. Nu staat hij te popelen om voor het CNV aan de slag te gaan.

Wat zijn uw speerpunten in de komende periode?

„Er gaan straks enorm veel babyboomers met pensioen, waardoor er grote gaten vallen op de arbeidsmarkt. Anderzijds staan er 120.000 jeugdwerklozen en 190.000 jonggehandicapten aan de kant. Die gaan we allemaal hard nodig krijgen. Maar er bestaat een mismatch tussen het opleidingsniveau van veel jongeren en de kwalificaties die werkgevers van hen verlangen. Die twee moeten we bij elkaar zien te brengen. Ook wil ik me sterk maken voor stageplaatsen voor allochtone jongeren.”

Waarom specifiek die doelgroep?

„Voor hen zijn die stageplekken er vaak niet, wat hun opleidingsmogelijkheden drastisch beperkt. Het komt door vooroordelen, maar ook doordat er op de arbeidsmarkt simpelweg vaak niet aan hen wordt gedacht. Natuurlijk hebben deze jongeren soms ook een verkeerde houding. Ze zullen wel hun verantwoordelijkheid moeten nemen, Neem de Bijbelse gelijkenis van de talenten. De een kreeg er nu eenmaal minder dan de ander. En dat is helemaal niet erg. Dan hoef je er ook minder bij te verdienen. Maar je moet ze niet in de grond stoppen. En dát zie ik om me heen nog te vaak gebeuren.”

U volgt bij CNV Jongeren Jesse Klaver op, die Kamerlid is geworden voor GroenLinks. Een partij die in het parlement een geheel ander geluid laat horen dan de CU. Wat zegt dat over het CNV?

„Jesse en ik komen uit verschillende politieke partijen waar we beiden als jongerenvoorzitter actief in zijn geweest. Ik zal bij CNV Jongeren echter mijn eigen lijn trekken. Daarbij zal ik zeker de C in onze naam interpreteren. Die letter staat daar niet voor niets. Het christelijk-sociale gedachtegoed is zelfs onderdeel van ons onderscheidende vermogen. Of die letter ook moet worden opgepoetst, is op dit moment moeilijk in te schatten. Daarvoor ken ik het interne proces hier nog te weinig. Ik heb nog niet eens een vaste toegangspas! Een beetje bescheidenheid past me dus wel. Maar stel me die vraag over een halfjaar nog eens.”

Hoe ziet u de toekomst van de vakbeweging?

„Mensen worden tegenwoordig niet meer als vanzelf lid. En jongeren al helemaal niet. Onze toekomst staat of valt met of wij erin slagen hen aan te trekken en te betrekken. Daar zullen we keihard voor moeten werken. Een paar jaar geleden was ik betrokken bij het opzetten van een lokale vakorganisatie in Afrika. Ik vond het confronterend om te zien dat de mensen daar gewoonweg niet georganiseerd waren. Je kunt dan zo simpel worden uitgebuit! De vakbeweging is dus van onschatbaar belang. Als er niemand voor je opstaat, ben je er ook gewoon niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer