Marcouch (PvdA): Je kunt niet wegkomen met Bijbelteksten
AMSTERDAM – Hij zegt er voor te blijven strijden dat „homo’s kunnen zijn wie ze zijn.” Ahmed Marcouch, gemeenteraadslid in Amsterdam en Kamerlid voor de PvdA: „Laat mensen de druk van het streven naar homo-emancipatie maar voelen.”
Creëer homopleinen met vlaggen, test scholen op homovriendelijkheid. Met dat voorstel kwam raadslid Marcouch deze week. Hij zet zich met zijn idee voor een keppeltjesdag en lokjoden niet alleen in voor belaagde Joden, maar wil ook de homo-emancipatie bevorderen. „Ik wil dat in Nederland homo’s kunnen zijn wie ze zijn. Het gaat om tolerantie en verdraagzaamheid. Uit het SCP-rapport over homo-emancipatie bleek deze week dat veel homojongeren suïcidale neigingen hebben. Daarom is het van belang dat ouders en scholen tolerantie benadrukken. Gaan we fatsoenlijk met elkaar om? Dat is een belangrijke graadmeter voor het goed functioneren van deze samenleving.”
Onder meer orthodox-christelijke scholen vinden op grond van de Bijbel dat ze leerkrachten met een homoseksuele relatie niet moeten toelaten. Mogen scholen die ruimte hebben?
„Dat ligt juridisch lastig. Ik vind dat je die ruimte niet moet creëren. Anders kwets je mensen. Er zijn mensen die homo zijn én christen. De een kiest ervoor om een relatie aan te gaan, de ander niet. Beide groepen hebben het recht hun eigen keus te maken. Je moet homo’s in gereformeerde kring niet dwingen zichzelf te verloochenen. Het is prima dat een leraar de grondslag en een onderwijsconcept van de school moet onderschrijven, maar daarmee mogen scholen nog geen groepen uitsluiten. Dat is discriminatie.”
Voor orthodoxe christenen is het afwijzen van een homoseksuele relatie een gewetenszaak.
„Orthodoxen mogen hun opvattingen hebben. Ik ben de eerste die voor dat recht opkomt. Maar je kunt niet wegkomen met Koran- of Bijbelteksten. Als homo’s als minder of zelfs als duivels worden gezien, moeten we dat niet accepteren. Opvattingen van orthodoxen mogen bekritiseerd worden. Ook op manieren die orthodoxen niet fijn vinden of hen pijn doen. Wat mij betreft verlopen die discussie en confrontatie zo fatsoenlijk mogelijk.”
Zijn het vooral allochtone dan wel Marokkaanse jongeren die homo’s belagen en intimideren?
„Dat geldt in ieder geval voor de grote steden. Zeker in bijvoorbeeld Amsterdam zijn Marokkaanse jongens oververtegenwoordigd als het gaat om fysiek geweld tegen homo’s. Dat geweld is overigens zelden religieus geïnspireerd. Autochtonen elders in het land kunnen ook behoorlijk afwijzend staan tegenover homo’s. Het is maar de vraag of op het platteland homo’s kunnen zijn wie ze zijn.”
U pleitte er eerder voor de Gay Pride in Amsterdam-Slotervaart te laten beginnen. Nu wilt u homopleinen met vlaggen. Kunt u zich voorstellen dat die plannen mensen tegen de borst stuiten?
„Ik kan me alles voorstellen. Maar het is een kwestie van beschaving dat homo’s in dit land kunnen zijn wie ze zijn. Zonder dat ze verstoppertje hoeven spelen. Let wel: homo zijn is geen keus, homo bén je.”
De Besturenraad, de koepelorganisatie van christelijke scholen, stelt dat het soms wijzer is om homoseksualiteit in het onderwijs niet altijd expliciet te benoemen, omdat je anders reacties oproept die je niet wilt.
„Een struisvogelhouding. Steek je kop maar in het zand. Het gaat er mij om dat homo’s in onze wijken en straten zichtbaar mogen zijn. Zoals kerken, met al hun ornamenten, ook te zien mogen zijn.”
P. W. Moens, voorzitter van de stuurgroep (homo)seksualiteit in het reformatorisch onderwijs, stelde deze week dat het streven naar homo-emancipatie iets dwangmatigs heeft.
„Terecht dat mensen druk voelen. Zolang het niet vanzelfsprekend is dat homo’s mogen zijn wie ze zijn, moeten we de druk opvoeren. Ik vind dat de strijd tegen discriminatie niet morgen, maar vandaag moet worden gestreden. Dat betekent een keiharde strafrechtelijke aanpak van geweld tegen homo’s en tegelijk het bevorderen van de acceptatie. Ik vind het onmenselijk en inhumaan als je tegen homo’s zegt: Over twintig jaar zijn we klaar voor je.”