Demissionair België wordt EU-voorzitter
BRUSSEL – EU-president Van Rompuy tilt er niet zwaar aan. „De zomermaanden komen we wel door met een demissionaire ploeg”, zei hij na de top van eind vorige week. België wordt per 1 juli voorzitter van de Unie, maar het beschikt niet over een volwaardig kabinet.
Afgelopen vrijdag werd Van Rompuy tijdens de persconferentie na het door hem geleide beraad van de 27 regeringsaanvoerders geflankeerd door de Spaanse premier Zapatero. Die voerde in het bijna voorbije halfjaar de regie over de werkzaamheden in de EU, althans over een deel ervan.
Wie de volgende keer in zijn plaats op het podium staat, weten we nog niet. Onze zuiderburen zijn, net als wij, druk aan het formeren. Voorlopig neemt Leterme de honneurs waar. Hij zag in april zijn coalitie, amper vijf maanden oud, sneuvelen.
De roulerende post moet een land aanzien bezorgen. De Belgen beleven echter door de verwikkelingen binnenshuis een valse start. Zelf zetten zij het begin van het voorzitterschap luister bij door op zaterdag 3 juli in twaalf steden een dansevenement voor de burgers te organiseren. Ondertussen rijst elders de vraag of de politieke instabiliteit geen negatieve invloed zal hebben in de EU.
„De zaken zijn goed voorbereid”, benadrukte Van Rompuy. Voorzitter Barroso van de Europese Commissie liet weten ervan overtuigd te zijn dat België ondanks de nationale uitdagingen „efficiënt en ambitieus” zal opereren. Eerder verzekerde hij: „Het Europese project hangt niet af van electorale omstandigheden hier of daar.”
Een regering in demissionaire status aan het hoofd van de Unie is ook geen novum. In de eerste helft van 2009 was Tsjechië aan de beurt om de kar te trekken. In maart kwam het team van premier Topolanek in het parlement ten val. In allerijl werd een noodoplossing bedacht. De directeur van het bureau voor de statistiek, Fischer, verscheen op het toneel als premier van een zakenkabinet. Aansprekende prestaties leverde Tsjechië niet, maar dat was anders waarschijnlijk evenmin het geval geweest. Bovendien heeft de functie van het voorzitterschap aan betekenis ingeboet sinds de invoering van het Verdrag van Lissabon. Het betrokken land zwaait volgens de nieuwe spelregels alleen de scepter over vergaderingen van vakministers en ambtenaren.
Zo berust het externe beleid bij buitenlandcoördinator Ashton. Zij vertegenwoordigt de EU in de rest van de wereld. En de regeringsleiders beschikken voortaan over een vaste voorzitter: Van Rompuy, ook een Belg. Die trekt het initiatief naar zich toe en waarborgt de continuïteit. Hij vormt steeds meer het gezicht van de Unie. Als het aan hem ligt vindt er elke maand een top plaats. In die constructie, waar hij tot dusver onvoldoende steun voor krijgt, fungeert het desbetreffende orgaan als een Europese regering die de beleidslijnen uitstippelt.
Het roterende voorzitterschap doet dus een stap terug. De gang van zaken op de persconferentie van vorige week vrijdag illustreerde dat. Zapatero was aanwezig en eiste zelfs veel spreektijd op, maar dit laatste kwam alleen doordat hij de gelegenheid aangreep om over de situatie in eigen land te praten. Hij verdedigde de bezuinigings- en hervormingsplannen en deed geruchten over het mogelijk niet meer kunnen voldoen aan de betalingsverplichtingen af als „ongegrond.”
Een belangrijke steun voor de rol van België in het komende halfjaar lijkt de consensus die er onder de politieke elite bij onze buren bestaat over Europa. Laat die hopeloos verdeeld zijn over de taalkwestie, als het gaat om het ideaal van de Europese eenwording wijzen alle neuzen, anders dan bijvoorbeeld in Nederland, in dezelfde richting.
België geldt als een van de meest pro-Europese lidstaten. Daardoor hoeft de kwaliteit van het voorzitterschap naar verwachting niet te lijden onder de regeringscrisis. Alleen het extreem rechtse Vlaams Belang meent dat een land dat zelf onbestuurbaar is „niet de pretentie kan en mag hebben” leiding te geven aan de EU.