„Nieuw protocol rond ivf behoeft verduidelijking”
DEN HAAG – De ChristenUnie wil dat minister Klink (CDA, Volksgezondheid) in gesprek gaat met gynaecologen over de aanpassing van het nieuwe ivf-protocol van gynaecologen en verloskundigen.
Dat blijkt uit Kamervragen die CU-Tweede Kamerlid Wiegman woensdag heeft gesteld.
In het protocol staat dat artsen naast de wens van het aanstaand ouderpaar ook het welzijn van het kind moeten betrekken bij de afweging of ze een ivf-procedure zullen starten. Mogelijke contra-indicaties voor ivf die de richtlijn noemt, zijn het risico op kindermishandeling, een bewezen opvoedingsincompetentie van ouders of een gebrek aan een stabiel opvoedklimaat.
Ook het risico op een erfelijke aandoening of genetische afwijking moet worden meegewogen. Bestaat dat risico, dan kunnen artsen ouders attenderen op de mogelijkheid van embryoselectie, aldus de richtlijn. Ook kunstmatige inseminatie met donorzaad is volgens de richtlijn „een met de betrokkenen te bespreken alternatief.”
Wiegman vindt het onwenselijk dat de richtlijn naast de sociale contra-indicaties ook ingaat op het risico van erfelijke aandoeningen en genetische afwijkingen. „Wij willen van de minister de royale toezegging dat hij deze passage gaat aankaarten bij gynaecologen. Wat ons betreft verdwijnt dit onderdeel uit het modelprotocol. Ouders die voor ivf kiezen, bepalen zelf in hoeverre dergelijke risico’s moeten meewegen, niet artsen. Weliswaar stelt de richtlijn niet dat ouders in voorkomende gevallen verplicht zijn om voor embryoselectie te kiezen. Alleen de aanwijzing dat artsen de suggestie moeten noemen, gaat mij echter al te ver. Net als in 2008, toen het onderwerp ook op de agenda kwam, bepleiten wij rond embryoselectie maximale terughoudendheid.”
SGP-Tweede Kamerlid Van der Staaij wil van Klink de verzekering dat ouders niet worden afgehouden van een door hen gewenste ivf-behandeling als zij om principiële redenen afzien van embryoselectie of abortus. „Van het modelprotocol lijkt een zachte drang uit te gaan om daarvoor te kiezen. Dat kan en mag nooit de bedoeling zijn.”