Hoedemaker: dromer van eenheid
RASQUERT – De negentiende-eeuwse theoloog Ph. J. Hoedemaker was ongetwijfeld een eenzame dromer. Maar je hebt zulke mensen nodig om de kerk bij de les te houden, vindt prof. dr. L. A. Hoedemaker, emeritus hoogleraar zending en oecumene aan de Rijksuniversiteit Groningen en achterkleinzoon van de bekende Hoedemaker.
Prof. Hoedemaker kan zich herinneren dat zijn vader –kleinzoon van de bekende Ph. J. Hoedemaker– een portret van Hoedemaker in de slaapkamer had hangen. „Dat portret was een soort icoon, maar ik kan niet zeggen dat Hoedemaker ook inhoudelijk in ons gezin een prominente plek innam. Wij waren goed hervormd, dat wel. Mijn vader was vijf jaar toen zijn grootvader overleed. Daardoor waren er ook vrij weinig persoonlijke familieverhalen.”
Prof. Hoedemaker leerde Hoedemaker pas kennen tijdens mijn studie theologie in Utrecht. „De colleges van dr. Van Ruler brachten mij in aanraking met zijn gedachtegoed. Van Ruler heeft een grote rol gespeeld in de totstandkoming van de Hervormde Kerkorde van 1951, waarin de theocratie en de kerstening van de samenleving aan de orde kwamen, thema’s die ook bij Hoedemaker relevant waren.”
Prof. Hoedemaker werd destijds meer beïnvloed door de hervormde theoloog J. C. Hoekendijk. „Deze relativeerde sterk de plaats van de kerk. Het ging hem om de zending, die van Godswege voor de hele wereld bestemd was. We hielden zo als kerk het vizier op de wereld. Hoedemaker had die brede blik ook wel, maar hij richtte zich vooral op het Nederlandse volk, waarmee de kerk organisch verbonden was. Hoedemaker dacht vanuit de vanzelfsprekende dominante positie van de Hervormde Kerk.”
Knieval
De kern van Hoedemakers werk is volgens de Groninger emeritus hoogleraar dat hij streed tegen het neutraliteitsbeginsel. „Hij verwierp de 19-eeuwse democratie en de scheiding van kerk en staat op de wijze van de Franse Revolutie. Christelijke partijvorming is eigenlijk een knieval voor het neutraliteitsbeginsel: je wordt zelf partij binnen een geheel dat zijn eigen weg gaat.”
Hoedemaker wilde confessioneel zijn, de belijdenis handhaven als het merg van de kerk. Tegelijkertijd wilde hij de belijdenis vasthouden in nauwe verbinding met de kerkelijke organisatie, aldus prof. Hoedemaker. „Belijdenis is een element dat verbonden is met de regering van de kerk en dat ook midden in het volk moet staan. Het ging Hoedemaker om een organische eenheid van kerk, volk, belijdenis en politiek.”
De Groninger hoogleraar ziet de relevantie van Hoedemaker in zijn protest tegen het ”reductiedenken”, het loslaten van een totaalvisie op de werkelijkheid. „De ene kerk is uitgemond in afgescheiden gemeenten, een integrale politieke visie werd gebroken door verschillende partijen. Dat heimwee naar die grote eenheid vind ik toch wel mooi bij Hoedemaker, iets wat we niet moeten vergeten.”
Een actueel punt bij Hoedemaker is dat hij wijst op de betekenis van de kerk om met de overheid in debat te gaan over de plaats van religie in het publieke domein. „Ik vind dat de kerk hierin een eigen positie moet innemen. Hoedemaker stelde dat de kerk een eigen bijdrage of, zo je wilt, een ambt heeft. De kerk is niet pas echt vrij wanneer zij ongehinderd kerkdiensten kan houden, maar wanneer ze ruimte krijgt om vanuit haar eigen traditie in de seculiere openbaarheid te spreken.”
De realiteit van de godsdienstige pluraliteit heeft de organische eenheid van kerk en volk zoals Hoedemaker die zag volstrekt achterhaald gemaakt, aldus de emeritus hoogleraar. „Toch handhaaft Hoedemaker een overkoepelend geheel waarin kerk en volk nauw met elkaar verbonden zijn. Nu heeft dat bij Hoedemaker geleid tot romantisch terugkijken naar het verleden. Ik heb van Van Ruler geleerd dat die eenheid in de toekomst ligt, in de komst van het Rijk van God.”
Hoedemakers opponent Kuyper had de tijdgeest beter begrepen, stelt prof. Hoedemaker. „Hoedemakers werken worden niet meer uitgegeven; die van Kuyper incidenteel wel. Kuyper was moderner en wilde de christelijke traditie binnen de democratie vormgeven. Dat had de toekomst, zo is gebleken. De waarde van Hoedemaker is echter dat hij een waarschuwingssignaal afgeeft, dat hij als enkeling en eenzame profeet belangwekkende dingen zegt en van betekenis is voor het openbaar debat over religie.”
Dit is het tweede deel van een drieluik over de hervormde theoloog dr. Ph. J. Hoedemaker, die een eeuw geleden overleed. Morgen deel 3.