Gerardina Alida Verbeet, geboren in Amsterdam in 1951, komt uit een „heel politiek bewust gezin”. Ze wijst graag op haar moeder die in 1946 direct lid was geworden van de nieuw opgerichte PvdA. Zij noemt haar moeder een „doorbraaksocialist” en al heel jong ambieerde ze zelf een politieke topfunctie.

In 2006 was Verbeet de lachende derde in de strijd om het Kamervoorzitterschap. Onverwacht versloeg zij twee politieke zwaargewichten, de ministers Henk Kamp (VVD) en Maria van der Hoeven (CDA). Verbeet, sinds december 2001 Kamerlid, werd daarmee de tweede gekozen voorzitter in de Kamer. VVD’er Frans Weisglas was de eerste. Voor die tijd spraken de partijen met elkaar af wie de voorzitter zou leveren.

Over twee kwesties wilden de leden van de Tweede Kamer dinsdag zeker weten hoe hun nieuwe voorzitter ermee zal omgaan: de handhaving van het fatsoen in het parlement en het schier oeverloze aantal spoeddebatten. Voor het aanvragen van zo’n spoeddebat heeft de indiener maar 29 medestanders nodig. De Kamer telt 150 leden.

Aptroot overwoog twee normen voor te stellen voor het aanvragen van een spoeddebat. Nu kan er met dertig leden en dus met een enkele partij een spoeddebat worden aangevraagd. Dat aantal zou omhoog kunnen. Een spoeddebat kan volgens hem echter ook met minder ondersteuning dan dertig zetels worden aangevraagd, maar dat moet dan wel door minstens drie partijen gebeuren. Hiermee wilde hij de mogelijkheden voor kleinere partijen vergroten. De Kamer reageerde niet onverdeeld enthousiast.

Verbeet vindt het aantal spoeddebatten ‘eigenlijk niet zo’n groot probleem.’ Zij wil bij dertig aanvragers als norm blijven. Verder zijn er ook allerlei mogelijkheden om de kwestie in een gewoon overleg te bespreken, zei ze, of misschien zelfs in het wekelijkse vragenuur. Het probleem zit hem meer in de toevoeging ‘spoed’, zei ze. Handhaving van de dertigledennorm leverde haar meteen de instemming van PVV en SP op.