Met prediking nog wereld te winnen
Wat is het verband tussen de zondagse prediking en de website van de Anonieme Alcoholisten (AA)? Dat zit zo. Wie genoemde site bezoekt, treft daar een heel verhaal aan over de organisatie zelf. U leert dat de AA een gemeenschap is van mannen en vrouwen die veel aan elkaar hebben, dat de AA onafhankelijk is en zo nog wat prietpraat.
Echt onzinnig is de informatie niet. Toch is er vanuit het oogpunt van goede communicatie iets heel erg mis met deze internetpagina. Is dit waarnaar de doelgroep op zoek is? Nee, absoluut niet, die kampt met een verslaving. Op die pagina moet vooral deze boodschap staan: „Zoekt u hulp voor uw alcoholprobleem? Dan bent u hier aan het goede adres.”
De fout die de AA maakt, is een klassieke en iedereen die iets van communicatie afweet, zal die meteen herkennen. De organisatie gaat uit van het zenderperspectief. Ze stalt het eigen wereldje uit zonder zich af te vragen of de ontvanger van de boodschap daarmee gediend is. Zou de AA voor het ontvangerperspectief hebben gekozen, dan zou ze slechts die twee zinnen van zojuist op de homepage hebben gezet. Dan was ze eerst in de huid gekropen van de bezoeker en had ze zich afgevraagd wat die op de website komt doen.
Het voorbeeld van de AA-site is me eens voorgehouden door een tekstschrijver die communicatiewetenschappen doceert. Het kwam later weer bij me bovendrijven toen mijn zoon tijdens zijn lerarenopleiding begon over de zondagse kerkdiensten. Het was hem opgevallen dat predikanten zich bezondigden aan elementaire regels bij de overdracht van kennis. Omdat je als leraar wel kunt inpakken als je dat onderdeel niet goed beheerst, werd in die overdracht van kennis uiteraard veel energie gestoken. Onze zoon concludeerde dat dat bij de opleiding van predikanten kennelijk anders was. Naderhand heb ik dat wel eens bij wat predikanten nagevraagd en zij beaamden dat de overdracht (lees: communicatie) zeker niet uitvoerig aan bod was gekomen.
Is predikanten mogelijk niet geleerd het zenderperspectief los te laten en te kruipen in de huid van de kerkganger? Misschien moet ik het nog wat breder trekken: Wordt tijdens de opleiding van predikanten wel voldoende gebruikgemaakt van de kennis uit de communicatiewetenschappen? En worden studenten daarop getoetst? Ik vrees van niet. Hoe kan het anders dat er predikanten op kansels staan van wie mensen die het weten kunnen, me zeggen dat ze autistische trekjes hebben? En hoe is het mogelijk dat er predikanten hun bevoegdheid krijgen terwijl ze hun preek van woord tot woord moeten voorlezen?
Nu we het er toch over hebben, moet ook maar even de lengte van de preek worden genoemd. Toen ik pakweg dertig jaar geleden bij deze krant begon, stond de redactiechef te juichen als je terugkeerde van een klus en zei dat je er met gemak een pagina over kon schrijven. Nu moet je de hoofdredactie bijna omkopen wil je nog een paginagroot artikel geplaatst krijgen. Want wie leest zulke lappen nog?
Of we dat leuk vinden of niet, de aandacht van lezers en hoorders is steeds lastiger te vangen. Vertaald naar de kansel betekent het dat je als predikant wel heel wat in huis moet hebben en over geweldige retorische talenten moet beschikken, wil je de hoorder langer dan een halfuur kunnen boeien. Dat is geen eigen wijsheid, maar dat zeggen communicatiedeskundigen.
Vorige week las ik in deze krant een oproep van een predikant om meer kennis te nemen van de retorica. Dat is een belangrijk hoofdstuk in het grote communicatieboek. Het leek me een buitengewoon zinnig voorstel.
Nu wil ik niet suggereren dat predikanten zich maar allerlei foefjes, trucjes en kunstgrepen eigen moeten maken en dat het dan goedkomt. En voordat iemand erover begint, zeg ik er meteen bij dat de vorm niet ten koste mag gaan van de inhoud. Verder is het bij de ene denominatie beter gesteld dan bij de andere en is er aan de rand van de bevindelijk-gereformeerde kringen wel beweging waar te nemen, getuige ”Passie voor preken”.
Maar dat alles gezegd hebbend, blijf ik erbij dat er nog een wereld is te winnen. En dat mag best in meer dan één betekenis worden opgevat. Hoe beter het Woord overkomt, hoe meer belangstelling ervoor zal zijn. En daar kun je toch onmogelijk tegen zijn. Het kan ook van een andere kant worden benaderd: is een deel van de kerkverlating en onverschilligheid wellicht te wijten aan predikanten die er maar niet in slagen hun hoorders te boeien doordat hun onvoldoende vaardigheden zijn bijgebracht?
Wat mij betreft ligt hier een compleet terrein braak voor mensen die verstand hebben van communicatie en in staat zijn hun kennis over te brengen op predikanten en zij die hiervoor in opleiding zijn. Misschien kan een bestaande organisatie die taak op zich nemen. Om dicht bij huis te blijven: wellicht kan de Erdee Media Groep hiermee aan de slag. Daar is genoeg kennis over communiceren met doelgroepen aanwezig. Maar wie het ook oppakt, als er maar niet wordt gewacht tot de laatste groep kerkgangers op het punt staat het licht uit te doen. Dat moment is naar mijn stellige overtuiging dichterbij dan we denken.