Spanje wist voor 3 miljard euro aan tienjarige leningen te slijten, tegen een gemiddelde opbrengst van 4,86 procent. In mei bedroeg het gemiddelde rentepercentage op de tienjarige obligaties nog 4,05 procent. Daarnaast werd voor 479 miljoen euro aan dertigjarige leningen afgenomen, tegen een gemiddelde rente van 5,91 procent. Dat percentage is bijna 1,2 procentpunt hoger dan bij de vorige plaatsing van dertigjarige leningen in maart.

De succesvolle obligatieveiling zorgde donderdagochtend voor enige opluchting op de financiële markten. De koers van de euro klom tot het hoogste niveau ten opzichte van de dollar sinds eind mei. Het verschil tussen de rente op tienjarige Spaanse obligaties en vergelijkbare Duitse leningen liep met 8 basispunten terug tot 2,28 procent.

„Er waren veel zorgen, het was een moment met grote risico’s. Maar ik denk dat ze voor dit examen zijn geslaagd”, zei een analist van de Duitse bank WestLB in een reactie op de veiling. „De sterke vraag naar Spaanse obligaties moet helpen om het vertrouwen te herstellen”, concludeerde een collega van de Franse bank Société Générale.

De gemiddelde rente van 4,86 procent die Spanje betaalt op de tienjarige leningen, is aanzienlijk hoger dan de opslag die Nederland betaalt voor vergelijkbare leningen. Donderdagochtend bedroeg de opbrengst op Nederlandse tienjarige leningen iets minder dan 3 procent.