Maurice de Hond presenteerde op de verkiezingsdag zelf nog een prognose. Daarin hield hij, in tegenstelling tot zijn peilingen, een marge aan in de uitslag. De VVD zou uitkomen tussen de 31 en 36 zetels en de PvdA tussen de 29 en 34.

Het leek wel of De Hond een alarmerend rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek van een dag voor de verkiezingen serieus had genomen. Het CBS pleitte ervoor om de uitkomsten van peilingen juist te interpreteren. Een verschuiving van 2 zetels in de peilingen is niet te meten. Verder zou het een goede zaak zijn als de peilers ook de onzekerheidsmarges zouden vermelden.

De Hond blijkt een snelle leerling, zou de conclusie kunnen luiden. Maar dat blijkt te voorbarig te zijn. Gisteren ging De Hond onverdroten op de oude voet verder. Zijn belangrijkste conclusie: Als er nu verkiezingen zouden plaatshebben, zou de PvdA winnaar zijn met 38 zetels.

Wellicht doen methodologen, marktonderzoekers en journalisten er goed aan het advies van het CBS op te volgen, door gezamenlijk een checklist op te stellen waarmee snel inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van een peiling. Dan is De Hond na de volgende verkiezing niet langer de gebeten hond.