Opinie

Per slot van rekening

Halverwege deze week neemt ir. B. J. van der Vlies afscheid als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Sinds 10 juni 1981 maakte hij deel uit van de Nederlandse volksvertegenwoordiging. In totaal heeft Van der Vlies twaalf keer op de SGP-kandidatenlijst gestaan, waarvan zes keer als lijsttrekker. Die twaalf verkiezingen waren allemaal verschillend. Een tendens is wel dat de laatste vijftien jaar de Tweede Kamer forse zetelwisselingen ondergaat. In 2002 verschoten maar liefst 92 Kamerzetels van kleur. Dit hoge aantal duidt op wispelturigheid en vluchtigheid van vele kiezers.

drs. J. A. Schippers
14 June 2010 08:29Gewijzigd op 14 November 2020 10:53

De beweeglijkheid van de hedendaagse kiezer is niet helemaal nieuw. Al sinds de jaren 60 valt deze tendens waar te nemen. Denk aan de komst van de Boerenpartij en van D66 in de Tweede Kamer. Maar vooral bij de Kamerverkiezingen van 1994 en die van 2002 trad een ‘aardverschuiving’ op. De vorige week gehouden verkiezingen laten een zetelwisseling van dezelfde omvang zien als in 1994.

Nu zijn niet alleen kiezers op drift, ook politieke partijen leggen een grote vernieuwingsdrang aan de dag, zeker als het gaat om de samenstelling van hun kandidatenlijsten. Sommige partijen hanteren de regel dat iemand na twaalf jaar Kamerlidmaatschap niet meer wordt gekandideerd. En bij elke verkiezing willen veel partijen dat in de top van de lijst nieuwe kandidaten een plek verkrijgen. Deze vernieuwingsdrang van partijen, gecombineerd met de toenemende vluchtigheid van kiezers, leidt ertoe dat de gemiddelde anciënniteit –het aantal jaren dat iemand in de Kamer zit– van Tweede Kamerleden sterk afneemt. Tegenwoordig behoren Kamerleden met zes jaar ervaring tot de oudgedienden. Ook wordt het lidmaatschap van de Kamer gezien als springplank naar een interessante baan.

Met zijn 29 jaren lidmaatschap vormt Van der Vlies een positieve uitzondering op deze ontwikkelingen. Hij ervaart het Kamerlidmaatschap duidelijk als een ambt waarvoor hij van Godswege geroepen is.

In derde plaats lijkt de Tweede Kamer zelf meer en meer op drift te zijn. Bij herhaling heeft Van der Vlies bepleit dat de Kamer zich grondig zou bezinnen op zijn functioneren. Het inspelen op hypes, het ondoordacht snel reageren op actualiteitenprogramma’s van televisie of radio, leidt de Kamer af van zijn kerntaken. Het vaak onnodig benutten van parlementaire instrumentaria, zoals de schriftelijke en mondelinge vragen, louter voor enig publicitair succes, draagt niet bij aan een stevige controle van de regering. Een betrekkelijk recent verschijnsel is de overmaat aan spoeddebatten die met veel bombarie worden belegd, terwijl van tevoren de uitkomst vaststaat. Als doorgewinterde en op de inhoud gerichte parlementariër vond Van der Vlies dat de Kamer hierdoor aan gezag verloor. Op deze manier verwordt de Kamer tot een tandeloze papiertijger, een oeverloze praatclub.

Vanwaar al die rusteloosheid? Een andere wijziging in het politieke landschap in de laatste 29 jaar brengt ons wellicht op een antwoord. Ik doel op de halvering van het aantal zetels van de gezamenlijke christelijke politieke fracties. Toen Van der Vlies aantrad als Kamerlid bezetten CDA, SGP, RPF en GPV in totaal 54 zetels. In 1989 piekten deze partijen op 60 zetels. Daarna ging het omlaag, met als dieptepunt het aantal van 28 nu. In de samenstelling van de Kamer komt steeds duidelijker tot uitdrukking dat christenen in Nederland een minderheid vormen. Deze politieke aardverschuiving is het gevolg van een religieuze en morele aardverschuiving onder de Nederlandse bevolking. Kwaad wordt niet langer goed bekeken, maar goed genoemd. Een meerderheid van de Nederlandse bevolking –zo ook de Tweede Kamer– oriënteert zich niet meer op de beschermende en bevrijdende Tien Woorden die God de mensheid gaf tot welzijn van allen en eenieder.

Legt het loslaten van Gods goede geboden niet de dieperliggende oorzaak bloot van de grote mate van vluchtigheid, richtingloosheid en drift onder kiezers en partijen, Kamer en politici? Wanneer mensen niet langer in God willen geloven, zijn ze geneigd om van alles te geloven. Als het ene niet blijkt te voldoen, wenden mensen zich snel tot iets anders. Ieder wil zo snel mogelijk resultaten zien en oplossingen bereiken, maar de richtingloze en rusteloze zoektocht leidt alleen maar tot teleurstelling op teleurstelling. Het bedaarde, vaderlijke, soms meesterlijke optreden van Van der Vlies straalde overtuiging, rust en zekerheid uit. Hopelijk maakte ook dat zoekende mensen tot vinders. Want daar ging en gaat het per slot van rekening om.

De auteur is directeur van de Guido de Brès-Stichting, het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer