Koninklijk Huis

Fort Oranje

In het noordoosten van Brazilië zijn nog veel restanten van het Nederlandse verleden te vinden. De West-Indische Compagnie bouwde forten bij haveningangen en strategische punten, of nam die over van de Portugezen.

4 April 2003 16:07Gewijzigd op 14 November 2020 00:14

Helemaal bovenin, tegen de grens met Frans-Guyana, bevindt zich Cabo Orange (Kaap Oranje). Veel verder langs de kust naar beneden ligt Pernambuco met Forte do Brum (Fort De Bruyn), Forte Buraco (Redoute Juffer de Bruyn), Forte Cinco Fontas (Fort Frederik Hendrik, Vijfhoek, Trotsch den Duivel), Forte Orange (Fort Oranje), Forte dos Remédios (Fort op Noronha), Fort Nassau, Fort O Pontal (Fort Van der Dussen). Een aantal forten is verdwenen, zoals Fort Ernestus, Fort Prins Willem, Fort Ghijsseling, Fort Maurits en Fort Oranje aan de Xingu-rivier in het Amazonegebied.

In 1631 was men vanuit Recife Fort Oranje in een uur op Itamaraca. Dit vruchtbare eiland voorzag de Nederlanders van vers voedsel. Het fort werd opgetrokken uit diverse materialen en deed 23 jaar lang dienst, tot de overdracht van Nederlands-Brazilië in 1654 aan Portugal.

Fort Oranje werd door de Portugezen Fortaleza de Santa Cruz genoemd. Maar in de volksmond bleef het gewoon de naam Fort Orange (Fort Oranje) behouden. In de daaropvolgende eeuwen hadden er verschillende verbouwingen plaats. Het fort zoals het er nu staat, is Portugees. Alleen de fundamenten zijn Nederlands. In de negentiende eeuw raakte het fort in onbruik en verdween het langzaam onder het duinzand. In 1971 werd het fort weer uitgegraven en in 1973 begonnen de Brazilianen de restauratie.

De belangrijkste figuur die ervoor zorgde dat Fort Oranje niet aan de vergetelheid werd prijsgegeven, is José Amaro de Souza Filho, de trouwe bewaker van het fort. Zijn liefde voor Fort Oranje ontstond in de jaren zeventig toen hij als gevangene de kokosplantages rondom de ruïne moest schoonmaken. Hij besloot na zijn vrijlating in het fort te gaan wonen om het van de ondergang te redden.

Met de opbrengsten van het houtsnijwerk dat hij maakte, kocht Zé Amaro, zoals hij wordt genoemd, dakpannen en verf. Hij begon zijn eenzame en langdurige strijd tegen het verval en tegen de lokale autoriteiten die het historisch belang van het Nederlandse bouwwerk uit 1631 niet inzagen.

In 1991 kwam Zé Amaro in contact met de Nederlandse ambassade in Brasilia en wist hij de diplomaten van het belang van Fort Oranje te overtuigen. Hij schreef ook een brief aan koningin Beatrix. Dankzij bemiddeling van de Nederlandse ambassade kwam er een houten poort bij de ingang en werd er een klein museum ingericht. Zé was er blij mee. Want hij moest alles in het werk stellen om plundering van het fort te voorkomen - hij huurde jongens in om plundering van de overblijfselen zoals de kanonnen te verhinderen.

In de jaren negentig kreeg Zé Amaro steun van het Braziliaanse ministerie van Cultuur. Het fort kwam onder toezicht van de universiteit van Pernambuco. Er kwamen archeologische opgravingen en er werd een restauratieplan opgesteld. In 1999 inventariseerde een uit de HGIS/Cultuurmiddelen gefinancierde werkgroep van de universiteit de omvang van het Nederlandse culturele erfgoed in Brazilië. Die missie leidde uiteindelijk tot een Braziliaans-Nederlands project voor archeologisch onderzoek en tot de restauratie van Fort Oranje. Vorig jaar begon men met opgravingen en men hoopt ze dit jaar af te ronden.

In het fort is een kapel te bezichtigen waarin IJsselsteentjes en Friese steentjes te vinden zijn, net als een zeldzaam type steen dat vermoedelijk uit Zeeland komt. Tijdens het bezoek van koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima vorige week vrijdag aan Fort Oranje, huppelde Zé Amaro als een kind zo blij rond. „Ik heb zo lang op de Koningin gewacht”, vertelt hij.

De 54-jarige bewaker van het fort heeft er 23 jaar gewoond. Zé Amaro is tevreden dat er nu steeds meer aandacht voor komt. Sinds het fort een museum werd, heeft Zé Amaro zijn intrek genomen in een huisje op 2 kilometer afstand. „Maar eigenlijk woon ik nog steeds hier en ga ik af en toe naar mijn huis. Mij krijgen ze hier niet weg”, zegt hij vastberaden.

Vorig jaar kreeg Zé Amaro in Brasilia een bronzen onderscheiding van het Nederlandse ministerie van Cultuur. Voor zijn bijzondere inspanningen om het monument Fort Oranje voor de ondergang te behoeden, zodat de Oranjes er nog eens kunnen terugkomen. De bewaker van het fort bood koningin Beatrix een cadeau aan. Het was, weinig verwonderlijk, een van zijn houten kunstsnijwerken in de vorm van Fort Oranje in Recife.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer